donderdag 10 september 2009


"Faith is an excitement and an enthusiasm: it is a condition of intellectual magnificence to which we must cling as to a treasure, and not squander on our way through life in the small coin of empty words, or in exact and priggish argument." - George Sand (1804 - 1876)

dinsdag 16 juni 2009

Ik ben een notenboom...


21-30 april en van 24 oktober-11 november

"een gepassioneerd zoeker "


Aan de ene kant ben je vol levensvreugde en draag je dat ook uit. Aan de andere kant ben je gepassioneerd bezig met belangrijke levensvragen en voortdurend op zoek naar de diepste zin van het bestaan.


Je bent bereid om jezelf veel dingen te ontzeggen als dat je uiteindelijke doel dichterbij brengt. Als je iets echt wilt zet je door tot het bittere einde.
Hartstocht, filosofisch:
Na een paar jaar komen er pas walnoten aan een notenboom. Dit is een volhouder die zich het liefst in de breedte ontwikkeld. Ze hebben een natuurlijk overwicht op anderen en dat brengt ze in de verleiding hun zin door te drijven.
In hogere posities zijn het geniale strategen. Ze zijn sterk geïnteresseerd in de kracht van het onderbewuste en hebben veel doorzettingsvermogen waardoor ze zich zelden tijd geven om uit te rusten.
Ze kunnen fel uithalen en als iemand hun vertrouwen beschaamt, is de vriendschap over en uit. Ze kijken verder dan hun neus lang is en komen zo tot verrassende inzichten. Ze hebben echt alles over voor hun carrière, want ze zijn ambitieus en hebben een hekel aan oppervlakkigheid.


Je bent sterk geïnteresseerd in de kracht van het onbewuste. De voorjaarsnotenboom is nogal gesteld op geestelijk en materieel bezit, en neemt op zorgvuldige wijze zijn beslissingen. Hoewel deze over een zeer sterk lichamelijk gestel beschikt, vraagt deze lichamelijk nogal eens te veel van zichzelf.


Als najaarsboom maak je de eerste eenentwintig jaar van je leven vaak een dromerige en afwezige indruk. Dat is echter maar schijn, want alles wat zich in je omgeving afspeelt, neemt je intensief waar en dat komt soms jaren later weer boven.


Als het om werk gaat dat je echt boeit, begin je in sommige gevallen aan een reuzenproject.
Meedogenloos, vreemd en vol met contrasten, vaak egoistisch, aggressief, nobel, brede horizon, onverwachte reacties, spontaan, ongelimiteerde ambitie, niet flexibel, moeilijke en ongewone partner, niet altijd geliefd maar vaak bewonderd, ingenieuze strateeg, erg jaloers en gepassioneerd, maakt geen compromissen.


Jan Wolkers is en notenboom die in zijn boeken gepassioneerd bezig is met de belangrijke levensvragen. Andere notenbomen zijn Dostojewski, Herman Brood, Lou de Jong en Anita Meyer.

dinsdag 9 juni 2009

“Fuck de vlinders!”


Sinds een aantal dagen laat de vraag me niet meer los in hoeverre je verliefdheid en liefde los van elkaar kan zien.
Verliefdheid is – dat weten we allemaal – een chemisch proces, dat na verloop van tijd weer verdwijnt en uiteindelijk plaats maakt voor alles of niets: liefde of het besef dat er net géén liefde uit voortgekomen is. Ik heb onderstaand geposte samenvatting van de studie van Helen Fisher erbij gehaald, gezien chemie nooit echt mijn sterkste vak was. Liefde was dat schijnbaar ook niet, zo blijkt nu al jaren, maanden, weken en dagen.


Neen, ik ben geen chemicus, noch ben ik een ondernemend ontdekkingsreiziger die onbekende terreinen wil verkennen. Zoveel exploratiedrang bezit ik niet, die spanning en sensatie hoeft voor mij niet, toch niet op lange termijn. Maar, wat verliefdheid betreft is het toch wel zo dat de chemische vlinders me doen verlangen naar het willen ontdekken van hun houdbaarheidsduur en ook naar het “wat daarna”. Ik wil ervaren wat het is om wederzijdse vlinders een kans te geven, te zweven op fenylethylamine en adrenaline om dan te zien of er een wederzijdse aanmaak van oxytocine uit volgt, de partnerlijm die instaat voor het hechtingsproces tussen 2 mensen.


Dat verliefdheid een basisbehoefte is die net zo krachtig is als honger en dorst en die je niet kunt negeren en bovendien verslavend werkt heb ik al mogen/moeten ondervinden. Ik wil de vlinders consumeren, me door hen laten meedragen, ze zo sterk voelen dat honger en dorst slechts bijkomstige behoeften lijken. Maar, nogmaals, niet omwille van de sensatie van het moment, niet omwille van de spanning van de verliefdheid an sich. Gezien de tijdelijkheid en de beperkte houdbaarheidsduur van verliefdheid is het echt wel het “wat daarna” wat me het meeste intrigeert.


Eigenlijk zou ik gewoon in dit leven willen weten of er iemand bestaat die in staat is, na verliefdheid, als de vlinders rustig in de zon op een bloem heen en weer wiegen en wachten op hun dood, van mij te houden en ik van hem. Ik wil het volledige proces leren kennen. De rups van het eerste kennismaken, die in een cocon rijpt tot vriendschap, engagement en gemeenschappelijke perspectieven en uiteindelijk een wondermooie vlinder baart die 2 mensen meevoert die het volste vertrouwen hebben in de draagkracht van de vlinder, en die als hij afsterft niet dood is, maar de herinnering van zijn levenscyclus in stand houdt omwille van de schoonheid ervan.


Maar, schijnbaar is met het indijken van rook-, drank- , drugs- en andere verslavingen in onze maatschappij, ook de bereidheid tot blootstelling aan de minst schadelijke verslaving van allemaal sterk afgenomen, althans binnen de leeftijds- en ervaringsgroep waarin ik me bevind. Is men dan zo bang voor de vlinders, bang om zich over te geven aan de verslaving van een behoefte die even onontbeerlijk is als eten en drinken? Of, is het eerder de angst voor het “wat daarna”, de schrik dat de partnerlijm niet pakt, dat de oxytocines zich niet aan hun scheidkundige belofte houden?

Is het niet zonde om “fuck de vlinders” als oplossing op te hangen en zo jezelf in een situatie te duwen waarin allesonthoudend ascetisme of plat opportunisme de enige manieren zijn om de kans op een verslaving zoveel mogelijk te vermijden?


Ik vind van wel… en wil dus nog steeds weten wat de afloop is van het chemisch proces en hoe sterk de lijm der oxytocines op termijn kan zijn als de mooie vlinder gestorven is. Noem me dus gerust verslaafd... Niet zomaar op eender wie, uiteraard ;-)

Wat is het geheim van 'ware liefde'?




Wat is het geheim van 'ware liefde'?


De Amerikaanse antropologe Helen Fisher onderscheidt 3 verschillende stadia in de voortplanting van de mens. Ten eerste is er de 'sex drive', het gevoel dat je je zo snel mogelijk moet voortplanten.
Wanneer die 'sex drive' afzwakt treedt de 'verliefdheidsfase' in gang. We maken dan gebruik van onze 'liefdeskaart', die zich in de hersenschors bevindt, en bepaalt voor welk type we in zwijm vallen. De liefdeskaart wordt aangemaakt tijdens onze jeugd, en is sterk beïnvloedbaar door omgevingsfactoren en andere eerste indrukken.



Zweethanden


Eenmaal verliefd komt er een chemisch proces op gang, dat fenylethylamine en adrenaline aanmaakt. We voelen ons bijzonder energiek en krijgen terug zweethanden en kriebels in de buik.
"Verliefdheid is een basisbehoefte die net zo krachtig is als honger en dorst en die je niet kunt negeren. Het is bovendien een verslaving, en zorgt er aldus voor dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde gevoel te behouden", verklaart Professor Fisher.
Wanneer ons lichaam, gemiddeld na 3 jaar, stopt met de aanmaak van chemische liefdesdeeltjes verdwijnt het razende verliefdheidgevoel. Het is op dat punt dat veel koppels uit elkaar gaan.



Partnerlijm


"Bij verliefde koppels wordt echter, als het goed is, ook een ander stofje losgemaakt: oxytocine. Die stof is verantwoordelijk voor het hechtingsproces tussen mensen. Het is een soort van lijm tussen partners", aldus Professor Van Tilburg tegen Elle. Wanneer de hoeveelheid oxytocine hoog genoeg is, versterkt de band tussen de partners en blijven ze alsnog bij elkaar.
Voor de sensatiezoekers is er echter slecht nieuws: de razende, knagende en toch eeuwige liefde bestaat niet. "Voor mensen die constant op zoek zijn naar spanning en sensatie in een relatie, bestaat ware liefde niet. Bij ware liefde ligt de nadruk op gehechtheid, je veilig voelen, en jezelf kunnen zijn. Weten dat iemand om je geeft", besluit Van Tilburg.

woensdag 20 mei 2009

Don't use your army to fight a losing battle...


- Joan Armatrading - "Drop The Pilot" -

I'm right on target
My aim is straight
So you're in love
I say what of it
Things can change
There's always changes
And I wanna try
Some rearranging

Drop the pilot
Try my balloon
Drop the monkey
Smell my perfume
Drop the mahout
I'm the easy rider
Don't use your army
To fight a losing battle

Animal, mineral, physical, spiritual
I'm the one you need
I'm the one you need

You're kissing cousins
There's no smoke
No flame
If you lose that pilot
I can fly your plane
If you want solid ground
Come on and try me
Or I can take you so high

That you're never gonna wanna
Come down

Drop the pilot
Try my balloon
Drop the monkey
Smell my perfume
Drop the mahout
I'm the easy rider
Don't use your army

dinsdag 19 mei 2009


Nik Kershaw "The Riddle"

i got two strong arms
blessings of babylon
with time to carry on
and try
for sins and alarms
so to america the brave
wise men save

near a tree by a river
there's a hole in the ground
where an old man of aran
goes around and around
and his mind is a beacon
in the veil of the night
for a strange kind of fashion
there's a wrong and a right
but he'll never, never fight over you

i got plans for us
nights in the scullery
and days instead of me
i only know what to discuss
of for anything but light
wise men fighting over you

it's not me you see
pieces of valentine
with just a song of mine
to keep from burning history
seasons of gasoline and gold
wise men fold

near a tree by a river
there's a hole in the ground
where an old man of aran
goes around and around
and his mind is a beacon
in the veil of the night
for a strange kind of fashion
there's a wrong and a right
but he'll never, never fight over you

i got time to kill
sly looks in corridors
without a plan of yours
a blackbird sings on bluebird hill
thanks to the calling of the wild
wise mens child

near a tree by a river
there's a hole in the ground
where an old man of aran
goes around and around
and his mind is a beacon
in the veil of the night
for a strange kind of fashion
there's a wrong and a right
but he'll never, never fight over you

woensdag 13 mei 2009

“…all men are created equal… among these are life, liberty and the pursuit of happiness.” (Declaration of Independence / Thomas Jefferson / 1776)


Laat ons eerlijk zijn: ik heb het niet op Amerika. Dit allemaal uitleggen zou allicht meer dan een gemiddelde blog-entry in beslag nemen en ik zou er allicht pagina’s over kunnen doorbomen, zodat ik het hier dus bij ga laten.

Een Amerikaan, Jefferson, stelde in 1776 wel de Declaration of Independence op, de Vrijheidsverklaring! En, over die vrijheid wil ik het wel hebben. Niet over die van een volk of een bevolkingsgroep, maar meer bepaald over de individuele vrijheid, de vrijheid die zich afspeelt in het hier en nu, mijn vrijheid en die van de mensen die me omringen.

Alle mensen zijn gelijk(waardig), hebben recht op (hun) leven, vrijheid en het nastreven van geluk, dus. Een volmondig “ja” met dank aan Mr Jefferson!

Maar… (yep, er is ALTIJD een “maar”!)

Als ik hier nader bij stilsta, dan zijn er toch wel bedenkingen die ik me maak. Ik beschouw me absoluut niet superieur, verre van zelfs. Zie in elke mens mijn gelijke en behandel hem dan ook als dusdanig: met respect voor zijn eigenheid, zonder te oordelen of te veroordelen. In ruil daarvoor krijg ik graag datzelfde respect terug, zonder veroordeeld te worden om wie/wat ik ben. Zo ver zo goed. Nu ja, iedereen weet dat ook hier de praktijk niet altijd gelijk is aan de theorie. Maar toch, laten we optimistisch blijven en ervan uitgaan dat de bedoelingen er althans zijn, ook al ben ikzelf daar misschien een beetje te “soft” in…

De volgende 3 punten zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden: leven-vrijheid-geluk. Ik ga ervan uit dat dit allicht voor iedereen zo is, of toch voor de meesten, als we de mensen die levensmoe zijn of die de pech hebben van in minder vrije of gelukkige omstandigheden te moeten leven, buiten beschouwing laten. Ik heb de luxe – die niet voor iedereen evident is - een gezond, jong en fris leven te kunnen leiden en daarin nog tijd te hebben in alle vrijheid persoonlijk geluk na te streven.

Voor mij is leven dan ook het zelf mogen bepalen wat ik doe, in alle vrijheid, los van de mening van anderen. Het nastreven van geluk in de kleine en grotere dingen in mijn vrije leven, vrijheid putten uit de zaken die mijn persoonlijke vrolijkheid en geluk uitmaken. Voor anderen wordt hun vrijheidsideaal volgens hun eigen wensen ingevuld, afhankelijk van wat hen gelukkig maakt, van wat vrijheid voor hen betekent.

Simplistisch gesteld is dus iedereen vrij te doen en te laten wat hij wil, als hij de regels en reglementen respecteert… en de vrijheid van anderen niet in het gedrang brengt. Want, als je het hebt over vrijheid, dan heb je het ook over de grenzen ervan: hoe ver kan je in je eigen vrijheid gaan, zonder die van iemand anders te hinderen en je als “vrijheids-tresspasser” superieur op te stellen en niet langer als gelijke die zijn eigen geluk en vrijheid nastreeft.

We hebben hier uiteindelijk met mensen te doen, waarvan de ene al wat meer naar zijn eigen geluk en vrijheden kijkt, zonder rekening te houden met de vrijheidswens van anderen en de grenzen die daaraan verbonden zijn.

Ik stel me dan ook de vraag in hoeverre we in de hand hebben waar onze eigen vrijheid stopt en die van een ander begint als er hierin een conflictsituatie zou optreden. Want, als je je eigen vrijheid moet afdwingen of verdedigen en deze niet als vanzelfsprekendheid geaccepteerd wordt, dan heb je een probleem. Dan is het respect zoek, als beide partijen hun eigen geluk en vrijheid nastreven, maar één van beide partijen de grenzen niet aanvaardt omdat de belangen van beiden gewoon haaks tegenover elkaar staan.

Hierom zijn – in de bredere context – al oorlogen gevochten, mensen afgeslacht en meer van dies, als 2 (of meer) partijen elk hun vrijheid gaan verdedigen tegen indringers, die er een eigen vrijheidsvisie op nahouden.

Ben je uiteindelijk wel vrij als je je vrijheid moet gaan opeisen en deze geen gerespecteerde vanzelfsprekendheid is? En nog: hoe ver kan/mag je gaan in het afbakenen en veiligstellen van je eigen grenzen, zonder dat de 3de pijler, de happiness, eronder begint te lijden.

Want, wat ben je met je leven en je vrijheid als het moeten opeisen ervan je zo opslorpt dat je dreigt je geluk te verliezen?

donderdag 9 april 2009


Ontbindingsproces


Een nieuwe lente is aangebroken, de bloesems bloeien, de lentezon doet enorm haar best om ons na een koude winter wat te verwarmen… en ik ben gescheiden sinds deze week.

Daar waar het vorige week nog onwezenlijk leek en de teleurstelling van het mislukken van dit huwelijk toch wel op mijn gemoed werkte is er nu plaats voor een bevrijd gevoel. Neen, er is geen echte strijd aan vooraf gegaan en emotioneel was het eigenlijk al veel langer “afgehandeld”. Helaas zijn er dan nog de gerechtelijke en administratieve stappen die je moet doorlopen eer het zover is dat die band – die ooit voor eeuwig en altijd, in goede en kwade dagen aangegaan werd – officieel ontbonden en geklasseerd kan worden.

Surrealistisch was het wel… 11 “Koppels”, die in een rechtzaal binnengeleid worden en 2 aan 2 binnengeroepen worden om hun handtekening te komen zetten en op enkele bondige vragen van de Voorzitter moeten antwoorden met “Ja, Mijnheer” en “Neen, Mijnheer” en dan na anderhalve minuut het gerechtsgebouw verlaten. Als je de trappen afdaalt dringt het plots tot je door dat je daar als “koppel” bent binnengewandeld… en als (be)vrij(d) individu buitenstapt.

Neen, een euforisch moment is dat zeker niet, een lichte droefheid overvalt je toch wel. Om wat geweest is, om wat nooit meer terugkomt, om alle goede bedoelingen die niet mochten baten, een (jeugd)droom van een eeuwige band die je moet opgeven. Het is vooral de teleurstelling die weegt, ook als je reeds veel eerder al emotioneel afscheid genomen had van je (ex-)partner.

Je bent nu niet meer “Mevrouw”, maar “de Ex(-vrouw)”.

Als je dan samen buitenloopt, nog een snelle koffie op het terras tegenover het gerechtshof drinkt, merk je plots dat je – zonder het te beseffen – met het zetten van die handtekening, met het doorlopen van die administratieve procedure, je plots toch wel vrij bent van hetgeen er jarenlang doorgewogen heeft.

Je ziet die man tegenover je zitten, de toegewijde vader van je kinderen, de kameraad met wie je nog wel kan opschieten, en beseft dat hij nog altijd dezelfde is die hij was, behalve dan dat de enige binding die je nog hebt het ouderschap over de gemeenschappelijke kinderen is en een berg aan gemeenschappelijke herinneringen, de ene al wat leuker dan de andere. Hij is dezelfde man die hij allicht altijd geweest is, maar wat je toen – 13 à 14 jaar geleden – niet zag, niet kon zien of niet wilde zien. Je beseft dat het verleden dat je samen hebt, nu écht tot het verleden behoort, dat je een nieuw verhaal schrijft dat daar in héél grote mate los van staat.

Hij zit tegenover me, op een toch wel emotionele dag, beluistert zijn voicemail, belt lachend naar een collega en is eigenlijk al volop met zijn werk bezig nog voordat we goed en wel – voor de laatste keer écht “samen” - hebben kunnen laten bezinken dat we zonet, luttele minuten eerder, een gezamenlijk tijdperk hebben afgesloten. En dan denk ik aan die ene trouwfoto van bijna 11 jaar geleden… We stonden vooraan op het dek van het schip dat we afgehuurd hadden voor een kleine namiddagcruise in eigen stad. Staalblauwe hemel, zon boven de stad, kabbelend water… en hij die staat te bellen met zijn GSM. Hij staat zo op de foto, al bellend, met zijn jonge bruid die langs hem emotioneel in het water tuurt en geniet van “haar trouwdag”.

Het dringt tot je door dat “samen” geweest is en niet meer terugkomt, dat je die laatste bladzijde van dat hoofdstuk hebt omgeslagen en aan het begin van een heel nieuw stuk in je levensverhaal zit. En, ondanks de teleurstelling en de droefheid die je ogen even vult met een traan, merk je dat er een glimlach op je gezicht verschijnt. Je mondhoeken nemen een lichte bocht naar boven, je voelt het leven terug door je aders stromen, de zon schijnt en droogt die ene traan heel snel weer op, zodat je zonnebril niet langer achter getint glas houdt wat je niet wil tonen, maar je terug functioneel een heldere niet-verblindende kijk geeft op deze toch wel mooie lentedag.

Je vermant je, je doet dat helemaal zelf, hebt nu geen man meer. Je gaat dingen doen die vrouwen doen: koopt een paar schoenen of 2, 3, 4, schaft je een fleurige felgekleurde blouse aan en kan niet voorbijlopen aan dat ene mooie interieurstuk dat je wil hebben om je nieuwe start ook in huis te visualiseren. Je laat je helemaal gaan, hoeft je niet meer te verantwoorden waarom je hebt toegegeven aan die impulsieve koopdrang, moet niet uitleggen waarom vrouwen dit doen als ze emotioneel zijn, moet niet meer onder woorden brengen welke pijn je al jaren hebt verdrongen, wat je allemaal hebt doorstaan.

En, op weg naar huis, zet je een vrolijk deuntje op en wandelt breed glimlachend en vol zelfvertrouwen naar huis, naar jouw thuis, naar je veilige haven… en beseft plots dat het zo slecht nog niet is allemaal, dat het opgeven van die ene droom plaats gemaakt heeft voor een heel gamma aan nieuwe dromen.

Je bent vrij, ontbonden dankzij een administratief proces dat de eindmeet is van een emotionele marathon. Je voelt je voldaan, want je hebt de eindmeet gehaald en het verleden is nu écht voorbij!

woensdag 18 maart 2009

Guard well within yourself that treasure, kindness. Know how to give without hesitation, how to lose without regret, how to acquire without meanness.

“Guard well within yourself that treasure, kindness. Know how to give without hesitation, how to lose without regret, how to acquire without meanness.” – George Sand

"Honesty" – Billy Joel


If you search for tenderness
it isn't hard to find.
You can have the love you need to live.
But if you look for truthfulness
You might just as well be blind.
It always seems to be so hard to give.

Honesty is such a lonely word.
Everyone is so untrue.
Honesty is hardly ever heard.
And mostly what I need from you.

I can always find someone
to say they sympathize.
If I wear my heart out on my sleeve.
But I don't want some pretty face
to tell me pretty lies.
All I want is someone to believe.

Honesty is such a lonely word.
Everyone is so untrue.
Honesty is hardly ever heard.
And mostly what I need from you.

I can find a lover.
I can find a friend.
I can have security until the bitter end.
Anyone can comfort me
with promises again.
I know, I know.

When I'm deep inside of me
don't be too concerned.
I won't ask for nothin' while I'm gone.
But when I want sincerity
tell me where else can I turn.
Because you're the one I depend upon.

Honesty is such a lonely word.
Everyone is so untrue.
Honesty is hardly ever heard.
And mostly what I need from you.

donderdag 5 maart 2009

De lente is in het land…


De lente is in het land…

Je ziet’m misschien nog niet helemaal, je voelt’m ook nog niet écht, maar je weet gewoon dat hij er bijna is. Even, nog heel even en de gemoederen zien er weer wat zonniger uit, de garderobes kleuren weer wat fleuriger en luchtiger en de gezichten van de mensen in de straat vertonen terug mondhoeken die lichtjes naar boven gericht staan.

Een speelse vrolijkheid maakt zich meester en overheerst neerslachtige gedachten. We zeggen de grauwe en grijze wintersomberheid vaarwel en nemen de aanloop naar een nieuwe zomer, al springend.

Ja, we zijn er bijna door, nog heel even en we hebben het weer gehad.

Lichtjes voorgebronsd durf ik me al eens aan een veel te frisse outfit te wagen in zacht-roze tinten. Als statement, om de winter in een hoekje te duwen en hem te laten weten dat het nu welletjes geweest is.

Ik betrap me zo nu en dan op een lichtvoetige onbezorgdheid, kijk ernaar uit om winterlaarzen in de kast op te bergen en open sandalen boven te halen. Sokken en aanverwanten wil ik voor enkele maanden verbannen. Veel te vroeg, ik weet het.

Maar, al even vooraf beginnen te dromen mag…

woensdag 25 februari 2009

“Love is just a word until someone comes along and gives it meaning.”

“I have found the paradox, that if you love until it hurts, there can be no more hurt, only more love.”

- Mother Teresa
Foto: Misha Gordin / Crowd 62

dinsdag 17 februari 2009

"Don't walk in front of me, I may not follow. Don't walk behind me, I may not lead. There is only one happiness in life, to love and be loved. " - George Sand

vrijdag 6 februari 2009

Uit de correspondentie tussen Gustave Flaubert en George Sand




(TO GEORGE SAND Croisset, 1866)

"I a mysterious being, dear master, nonsense! I think that I am sickeningly
platitudinous, and I am sometimes exceedingly bored with the bourgeois which I have under my skin. Sainte-Beuve, between ourselves, does not know me at all, no matter what he says. I even swear to you (by the smile of your grandchild) that I know few men less vicious than I am. I have dreamed much and have done very little. What deceives the superficial observer is the lack of harmony between my sentiments and my ideas. If you want my confession, I shall make it freely to you. The sense of the grotesque has restrained me from an inclination towards a disorderly life. I maintain that cynicism borders on chastity. We shall have much to say about it to each other (if your heart prompts you) the first time we see each other. ..."
-------------------------------------------------------------
Uit een brief van George Sand aan Gustave Flaubert:
(TO GUSTAVE FLAUBERT Nohant, 28 September, 1866)
"... Age gives unceasingly another character to the face of people who think and study, that is why their portraits do not look like one another nor like them for long. I dream so much and I live so little, that sometimes I am only three years old. But, the next day I am three hundred, if the dream has been sombre. Isn’t it the same with you? Doesn’t it seem at moments, that you are beginning life without even knowing what it is, and at other times don’t you feel over you the weight of several thousand centuries, of which you have a vague remembrance and a sorrowful impression? Whence do we come and whither do we go? All is possible since all is unknown. ..."
-------------------------------------------------------------
Uit een brief van George Sand aan Gustave Flaubert:
(TO GUSTAVE FLAUBERT, in Paris Nohant, 18th and 19th December, 1875)

“At last I discover my old troubadour who was a subject of chagrin and serious worry to me. Here you are yourself again, trusting in the very natural luck of external events, and discovering in yourself the strength to control them, whatever they may be, by effort.

What’s our next move? For you, of course, DESOLATION, and, for me, consolation. I do not know on what our destinies depend; you see them pass, you criticise them, you abstain from a literary appreciation of them, you limit yourself to depicting them, with deliberate meticulous concealment of your personal feelings. However, one sees them very clearly through your narrative, and you make the people sadder who read you. As for me, I should like to make them less sad. I cannot forget that my personal victory over despair was the work of my will and of a new way of understanding which is entirely opposed to what I had before.

One cannot have a philosophy in one’s soul without its appearing. I have no literary advice to give you, I have no judgment to formulate on the author friends of whom you speak. I, myself have told the Goncourts all my thought; as for the others, I firmly believe that they have more education and more talent than I have. Only I think that they, and you especially, lack a definite and extended vision of life. Art is not merely painting. True painting, moreover, is full of the soul that wields the brush. Art is not merely criticism and satire: criticism and satire depict only one side of the truth.

I want to see a man as he is, he is not good or bad, he is good and bad. But he is something more ... nuance. Nuance which is for me the purpose of art, being good and bad, he has an internal force which leads him to be very bad and slightly good,—or very good and slightly bad.

I think that your school is not concerned with the substance, and that it dwells too much on the surface. By virtue of seeking the form, it makes the substance too cheap! ...

Politics is a comedy just now. We have had tragedy, shall we end with the opera or with the operetta? I read my paper conscientiously every morning; but aside from that moment, it is impossible for me to think of it or to be interested in it. All of it is absolutely void of any ideal whatsoever, and therefore I cannot get up any interest in any of the persons concerned in that scullery. All of them are slaves of fact because they have been born slaves of themselves.

My dear little girls are well. Aurore is a well-set-up girl, a beautiful upright soul in a strong body. The other one is grace and sweetness. I am always an assiduous and a patient teacher, and very little time is left to me to write PROFESSIONALLY, seeing that I cannot keep awake after midnight and that I want to spend all my evening with my family; but this lack of time stimulates me and makes me find a true pleasure in digging away; it is like a forbidden fruit that I taste in secret.

All my dear world embraces you and rejoices to hear that you are better. ...

Your old troubadour who loves you,
G. Sand”

------------
Foto's:
Handgeschreven brief van George Sand
portret George Sand

maandag 2 februari 2009

Picture perfect...



Mijn overgrootmoeder op skilatten

Mijn grootmoeder Rosi met de familie in de tuin (ergens begin jaren '40)


Mijn grootmoeder Rosi (ergens begin jaren '40)


Mijn grootmoeder en mijn vader (1944)




Ik heb iets met foto’s…

Vooral dan héél erg oude foto’s, foto’s van mijn overgrootouders, grootouders en ouders, genomen in statig zwart-wit, een bepaalde tijdsgeest uitstralend. Het hoeven thans niet altijd foto’s van (eigen) familie of bekenden te zijn waar ik een band mee heb. Ik durf evengoed kringloopwinkels en markten afschuimen, op zoek naar mooi ingelijste portretten van mij totaal vreemden.

Op die portretten zie je dan “nonkel pater” die allicht ergens ingekaderd op een schouwmantel prijkte terwijl hij in Congo zijn missie volbracht of een trouwfoto van zo’n eeuw geleden, waar een ernstig en deftig koppel op staat, het adresetiket van de fotograaf die ook de inlijsting verzorgde op een gouden klevertje op de achterzijde. Foto’s die bij boedelopruimingen in een nachtkastlade teruggevonden worden en waar niemand nog enige voeling mee heeft.

Na het overlijden van mijn grootouders heb ik een hele stapel oude foto’s meegenomen, die klaarlagen om “vernietigd” te worden. Die bewaar ik nu in een mooi doosje dat ik eveneens uit hun inboedel gered heb. Mijn vader heeft in potlood op de achterzijde van de foto’s bijgeschreven wie er op die foto’s staat, want ik had er alleen maar het gissen naar, hoewel ik hier en daar toch wel het jeugdige beeld van mijn grootmoeder herkende.

Een heel deel van die foto’s zijn echter van kameraden van mijn (stief)grootvader, waar hij zijn legertijd mee heeft doorgebracht en die ik dus uiteraard nooit gekend heb. Jonge, knappe, zorgeloze kerels van rond de 18 jaar die in de lens kijken alsof de wereld aan hun voeten ligt. Deze mensen zijn ondertussen allicht niet meer, de foto’s zijn zo’n 60-70 jaar oud… Maar, ik heb ze thuis in een doosje liggen, voor altijd en eeuwig in hun natuurlijke jeugdigheid op papier plakkend met vaak op de achterkant een handgeschreven vriendengroet in sierlijke letters, als herinnering aan hun gezamenlijk doorgebrachte militaire jaren.

De foto’s van familieleden zijn dan weer heel erg bijzonder, omdat ze je bewust maken van je eigen wortels, omwille van het emotionele karakter. Zo heb ik langs moeders kant slechts één nicht, die sprekend op onze grootmoeder lijkt en op onze overgrootmoeder toen die jong was (getuige een foto van zo’n 90 jaar geleden), als 2 druppels water. Ook blijkt één van mijn zoontjes, die we qua uiterlijk nooit echt konden thuisbrengen, enorme gelijkenissen te vertonen met mijn grootvader aan moeders kant, die ik nooit gekend heb, omdat hij zo’n 55 jaar geleden al overleden is.

Uniek zijn ook de foto’s van mijn biologische set grootouders aan vaders kant, tesamen op dezelfde (trouw)foto verenigd, terwijl ze zo’n 60 jaar geleden al gescheiden zijn en vanaf dan elk hun eigen weg gingen, met nieuwe echtgenoten en kinderen. Mijn vader én deze foto’s zijn de enige tastbare getuigen aan een kort huwelijk dat eind jaren ’40 al ontbonden werd. Na hun scheiding hebben ze allicht nooit meer hetzelfde fotopapier gedeeld. Oma is ondertussen niet meer, opa is 90 jaar…

Ik koester de stille hoop dat ik aan één van mijn kinderen ooit kan vertellen wie deze mensen allemaal zijn, mensen aan wie zij hun eigen bestaan te danken hebben. Met een beetje geluk begrijpen zij mijn nostalgie op het vlak van oude foto’s en dragen zij dezelfde passie in zich en mogen deze memorabilia nog lang in de familie blijven.

Herinneringen aan lang vervlogen tijden… Herinneringen die niet de mijne zijn, maar die herleven aan de hand van een oude zwart-wit prent, gezien door het oog van een fotograaf… Herinneringen die gekoesterd worden, in een doosje of ingelijst in een kader.
Foto's:
  1. Mijn overgrootmoeder op skilatten
  2. Mijn grootmoeder Rosi met de familie in de tuin (ergens begin jaren '40)
  3. Mijn grootmoeder Rosi (ergens begin jaren '40)
  4. Mijn grootmoeder en mijn vader (1944)

donderdag 29 januari 2009


"The most glorious moments in your life are not the so-called days of success, but rather those days when out of dejection and despair you feel rise in you a challenge to life, and the promise of future accomplishments."- Gustave Flaubert -

“One must always hope when one is desperate, and doubt when one hopes.” – Gustave Flaubert


Het is vandaag “Gedichtendag”… maar alle poëzie die ik normaalgezien in me draag lijkt onderhevig te zijn aan een writer’s Block. Dat is net zoals in de liefde… Als die geblokt wordt, buiten je wil om, voelt het aan als een gesel die je volledige zijn beperkt.

Gevoelens die er wederzijds waren en zijn worden plots verondersteld om een meer eenzijdig en verdoken bestaan te gaan leiden, hopende dat met het langzaam afsterven van de hoop ook de gevoelens een stille dood zullen sterven. Want, welke zin heeft het gevoelens in leven te houden, ze te voeden met hoop. Is het niet zinvoller om hoop te voeden met wederzijdse gevoelens?

Gezien ik 13 jaar “buiten circuit” geweest ben is moderne relatievoering mij eigenlijk compleet vreemd en ben ik op dat vlak dus een 30-something-virgin. Bijgevolg ben ik dus zeker geen expert op het vlak van “how to break up and move on”, hoewel ik het laatste jaar wel wat schade heb ingehaald. Maar, dan nog, als het je geheel onverwacht en out of the blue treft, dan word je daar toch wel even stil van en begin je te evalueren. Je beoordeelt niet alleen de situatie, maar reflecteert ook, staat stil bij jezelf en bij de ander.

Plots worden gevoelens, die met een grote “L” geschreven en aangevoeld worden en die voorheen een beschermd en afgeschermd bestaan konden leiden en door beiden maandenlang gekoesterd werden, onderhevig aan rationaliteit en realiteit. Ze worden afgewogen en getoetst in een veel te vroeg stadium. Ratio en emo staan plots haaks tegenover elkaar.

Where do we go from here wordt dan plots where do I go from here? Individuele dromen van een gemeenschappelijk doel krijgen opeens een naïeve bijklank en voor je het beseft moet je toegeven dat reality bites, eender hoe hard je je er ook tegen verzet. Het doet pijn om degene die me scheen te begrijpen los te laten en zijn eigen weg te laten vinden...

Wat rest er je dan nog naast hoop? Natuurlijk, aanvaarding zal er komen, al dan niet gedwongen, want uiteindelijk kan je daar niet om heen. Als je vraag om gemeenschappelijke tijd niet verhoord werd, dan moet je het doen met de individuele tijd die je ongewild toebedeeld krijgt. En ja, die tijd gaat haar gang, want het is een illusie te geloven dat je de tijd kan stopzetten, kan terugdraaien of in de hand hebt.

Mijn gedichtendag komt wel weer, niet vandaag, niet morgen, niet volgende week. En, tot dan geniet ik van de stilte in mijn hoofd die de writer’s block veroorzaakt en die ik enkel doorbreek door af en toe mijn zinnen te verzetten met muziek die me aan betere tijden herinnert en die de hoop op betere tijden voedt.

Want, tijd en hoop zijn wat er nu nog resten.

dinsdag 27 januari 2009

Naïve :Axelle Red (A.Red, Guy Chambers)



quelqu’un me demande
comment je conçois la vie
surtout par ces temps-ci

je lui réponds
je ne peux que la voir
en rose

quelqu’un me demande
si je la perçois encore ainsi
hors de mon paradis

je lui dis pour moi la vie
c’est de la
prose

prendre le temps
me faire des illusions
croire dans le bon
flâner dans les champs
appelle-moi naïve

ne pas juger vite
tresser des marguerites
refuser d’être
sur le qui-vive
appelle-moi naïve

tu me regardes, t’approches de moi
quand tu me prends dans tes bras
ta voix…, tes lèvres sur les miennes, tu oses
je vois la vie en rose

prendre le temps
suivre mon intuition
croire dans le bon
flâner dans les champs
appelle-moi naïve

ne pas juger vite
tresser des marguerites
refuser d’être
sur le qui-vive
appelle-moi naïve

prendre le temps quelqu’un me demande
comment je conçois
la vie


me faire des illusions quelqu’un me demande
et surtout par ces temps-ci


croire dans le bon quelqu’un me demande
flâner dans les champs si en rose je la vois, eh bien oui


appelle-moi naïve quelqu’un me demande
après mon pays ‘UTOPIE’

ne pas juger vite quelqu’un me demande
si la prose me séduit

tresser des marguerites quelqu’un me demande
si je m’ oppose par ceci

refuser d’être je lui réponds

sur le qui-vive
je suis riche j’ai des perles... de pluie

appelle-moi naïve et plus tard
en rose je teindrai mes cheveux
gris

appelle-moi naïve

donderdag 22 januari 2009

“One can be the master of what one does, but never of what one feels” – Gustave Flaubert






















Flaubert is in mijn ogen een meester op het vlak van de contradictoire uitspraken. Of misschien is het zo dat net die uitspraken van hem me het meest intrigeren, is het misschien de contradictie in zijn stellingen die me aan het denken zet?

Mijn ogen dragen meestal een roze bril, zelfs in moeilijkere tijden. Een bril die roze kleurt omwille van de gevoelens die achter deze ogen schuil gaan: positieve gevoelens, een optimistische waarneming, een vooruitstrevend denkpatroon. Ik kan deze gevoelens niet sturen, ben hen niet meester. Maar, misschien ben ik toch wel een meester(es) van de onderdrukking, de onderdrukking van negativiteit zonder echter in ontkenning te leven? Een genuanceerde roze bril dus, die zo nu en dan wel eens een barstje vertoont, zonder mijn zicht te beperken echter.





Hebben we wel de macht om te bepalen wat we doen, als we onze gevoelens niet in de hand hebben?

Is het niet zo dat het grootste deel van ons handelen bepaald wordt door onze gevoelens? Zelfs als we menen rationaliteit onze acties te laten bepalen, dan nog zijn we gevoelsmatig bezig met betrekking tot hetgeen waarvan we denken dat het rationeel gezien juist is. Zijn denken en handelen én voelen en handelen zoveel verschillend van elkaar als het gevoel dat ons denken bepaalt toch niet controleerbaar is?

Allicht heeft de rationele façade die ik me jarenlang heb aangemeten en die ik vakkundig steen voor steen heb opgebouwd - en die uiteindelijk een grote schaduw op mijn gevoelsleven wierp - het laatste jaar toch zo’n verweringsproces ondergaan dat ze zo goed als helemaal afgebrokkeld is en nu de kwetsbare kant, die ik jarenlang met deze muur wilde beschermen van aantasting, blootgelegd. Misschien wil ik gewoon niet langer de meester zijn van hetgeen ik doe en wil ik mijn doen laten bepalen door niet te controleren gevoelens. Daarom niet onbezonnen, maar vertrouwend op mijn instincten, gelovend in mijn zintuiglijke waarneming eerder dan wantrouwend te zijn omwille van rationele tegenargumenten.

Ja, ik herval nog wel zo nu en dan, probeer de emotionele kant on hold te zetten en mijn beslissingen door het rationele te laten bepalen. Maar, emoties zijn oncontroleerbaar, duiken plots toch weer op en ondermijnen het traject waarvan je jezelf meester waande.

Ik heb dan ook voor mezelf geruime tijd geleden besloten om de controledrang te laten varen, om mijn gevoelsleven niet vooraf rationeel af te bakenen. Ook heb ik geleerd dat gevoelens in de schaduw van een muur van rationaliteit moeilijker floreren dan wanneer zij open en vrij kunnen groeien in de volle zon, badend onder een blauwe hemel en niet beperkt in hun groeirichting. Rationele controle leidt tot het herrijzen van die stenen muur, die ik door een roze bril heb zien aftakelen en waarvan ik blij ben dat de ruïne overwoekerd wordt door zacht geurende bloemen.

Ik wil dus noch de meester van mijn doen, noch de meester van mijn voelen zijn, maar verder gevoelsmatig open en vrij een richting uit groeien. Verder het leven door een gevoelige roze getinte bril bekijken, benieuwd naar het moois dat er mij te wachten staat… En neen, ik ben niet bang voor barstjes in mijn bril, zolang ze zichzelf herstellen en mijn zicht niet beperken…

woensdag 7 januari 2009

“There is no truth. There is only perception” – Gustave Flaubert


Ik ben er al langer van overtuigd dat objectiviteit niet bestaat maar eerder een mythe is, gewoon omdat objectiviteit steeds beïnvloed wordt door het oog van de beschouwer, door de subjectiviteit van degene die objectief wil benaderen.

Zo is er allicht evenmin een waarheid, omdat ook deze gekleurd is door de perceptie van degene die dé waarheid als juist beschouwt.

Neen, ik wil het hier niet hebben over het moedwillig verdraaien van waarheden, het bewust liegen om de waarheid naar je hand te zetten, maar vraag me soms gewoon af of het überhaupt zin heeft “objectief” over een waarheid te willen zijn, ervan uitgaande dat beiden een mythe zijn?!

Mijn eigen waarheid is zeker niet objectief, gewoon omdat mijn perceptie steeds gekleurd en soms zelfs verkleurd wordt door het emotionele, eender hoe rationeel en objectief ik soms probeer te zijn. Moeten we dan de waarneming van onze waarheid terug in perspectief laten rukken door objectievere buitenstaanders die minder subjectief aankijken op deze realiteit om verkleuringen tegen te gaan? Volgens de leuze “the truth is out there!”…

Lijkt me sterk, omdat ook deze buitenstaanders de waarheid door hun eigen waarnemingsvermogen zullen gaan inkleuren. Zo kan wit dus plots zwart worden, maar zwart ook wit. Er kunnen wel verschillende andere kleurpaletten naar boven komen, die misschien wel de moeite zijn om rekening mee te houden als je een evaluatie maakt van je eigen waarheid.

Misschien is het daarom beter en minder verwarrend ons te laten leiden door de eigen perceptie van de waarheid, gevoelsmatig tot enige subjectiviteit verheven, maar daarom niet minder waar. Allicht moeten we ook stoppen met zoeken naar de waarheid zolang we in onze subjectiviteit maar oprecht blijven… Het is niet fout kleur te geven en het doet ook geen afbreuk ana de realiteit zolang je dat maar vanuit een puur gevoel doet en niet om de waarheid naar je hand te zetten.

The truth is dus niet out there, maar is diepliggend gewoon in jezelf te vinden, onder meerkleurige lagen van subjectieve emotie. Het komt dus gewoon neer op het aanvaarden van onze eigen subjectiviteit om zo door de eigen waarheid gevonden te worden, los van objectiviteit, los van rationaliteit, los van de waarneming van anderen.

En, het zal ook een uitdaging zijn om anderen rondom ons te respecteren in hun eigen waarheid, in hun eigen perceptie…




(Afbeelding : La Vérité (Truth). 1870. Jules-Joseph Lefebvre.)