dinsdag 16 juni 2009

Ik ben een notenboom...


21-30 april en van 24 oktober-11 november

"een gepassioneerd zoeker "


Aan de ene kant ben je vol levensvreugde en draag je dat ook uit. Aan de andere kant ben je gepassioneerd bezig met belangrijke levensvragen en voortdurend op zoek naar de diepste zin van het bestaan.


Je bent bereid om jezelf veel dingen te ontzeggen als dat je uiteindelijke doel dichterbij brengt. Als je iets echt wilt zet je door tot het bittere einde.
Hartstocht, filosofisch:
Na een paar jaar komen er pas walnoten aan een notenboom. Dit is een volhouder die zich het liefst in de breedte ontwikkeld. Ze hebben een natuurlijk overwicht op anderen en dat brengt ze in de verleiding hun zin door te drijven.
In hogere posities zijn het geniale strategen. Ze zijn sterk geïnteresseerd in de kracht van het onderbewuste en hebben veel doorzettingsvermogen waardoor ze zich zelden tijd geven om uit te rusten.
Ze kunnen fel uithalen en als iemand hun vertrouwen beschaamt, is de vriendschap over en uit. Ze kijken verder dan hun neus lang is en komen zo tot verrassende inzichten. Ze hebben echt alles over voor hun carrière, want ze zijn ambitieus en hebben een hekel aan oppervlakkigheid.


Je bent sterk geïnteresseerd in de kracht van het onbewuste. De voorjaarsnotenboom is nogal gesteld op geestelijk en materieel bezit, en neemt op zorgvuldige wijze zijn beslissingen. Hoewel deze over een zeer sterk lichamelijk gestel beschikt, vraagt deze lichamelijk nogal eens te veel van zichzelf.


Als najaarsboom maak je de eerste eenentwintig jaar van je leven vaak een dromerige en afwezige indruk. Dat is echter maar schijn, want alles wat zich in je omgeving afspeelt, neemt je intensief waar en dat komt soms jaren later weer boven.


Als het om werk gaat dat je echt boeit, begin je in sommige gevallen aan een reuzenproject.
Meedogenloos, vreemd en vol met contrasten, vaak egoistisch, aggressief, nobel, brede horizon, onverwachte reacties, spontaan, ongelimiteerde ambitie, niet flexibel, moeilijke en ongewone partner, niet altijd geliefd maar vaak bewonderd, ingenieuze strateeg, erg jaloers en gepassioneerd, maakt geen compromissen.


Jan Wolkers is en notenboom die in zijn boeken gepassioneerd bezig is met de belangrijke levensvragen. Andere notenbomen zijn Dostojewski, Herman Brood, Lou de Jong en Anita Meyer.

dinsdag 9 juni 2009

“Fuck de vlinders!”


Sinds een aantal dagen laat de vraag me niet meer los in hoeverre je verliefdheid en liefde los van elkaar kan zien.
Verliefdheid is – dat weten we allemaal – een chemisch proces, dat na verloop van tijd weer verdwijnt en uiteindelijk plaats maakt voor alles of niets: liefde of het besef dat er net géén liefde uit voortgekomen is. Ik heb onderstaand geposte samenvatting van de studie van Helen Fisher erbij gehaald, gezien chemie nooit echt mijn sterkste vak was. Liefde was dat schijnbaar ook niet, zo blijkt nu al jaren, maanden, weken en dagen.


Neen, ik ben geen chemicus, noch ben ik een ondernemend ontdekkingsreiziger die onbekende terreinen wil verkennen. Zoveel exploratiedrang bezit ik niet, die spanning en sensatie hoeft voor mij niet, toch niet op lange termijn. Maar, wat verliefdheid betreft is het toch wel zo dat de chemische vlinders me doen verlangen naar het willen ontdekken van hun houdbaarheidsduur en ook naar het “wat daarna”. Ik wil ervaren wat het is om wederzijdse vlinders een kans te geven, te zweven op fenylethylamine en adrenaline om dan te zien of er een wederzijdse aanmaak van oxytocine uit volgt, de partnerlijm die instaat voor het hechtingsproces tussen 2 mensen.


Dat verliefdheid een basisbehoefte is die net zo krachtig is als honger en dorst en die je niet kunt negeren en bovendien verslavend werkt heb ik al mogen/moeten ondervinden. Ik wil de vlinders consumeren, me door hen laten meedragen, ze zo sterk voelen dat honger en dorst slechts bijkomstige behoeften lijken. Maar, nogmaals, niet omwille van de sensatie van het moment, niet omwille van de spanning van de verliefdheid an sich. Gezien de tijdelijkheid en de beperkte houdbaarheidsduur van verliefdheid is het echt wel het “wat daarna” wat me het meeste intrigeert.


Eigenlijk zou ik gewoon in dit leven willen weten of er iemand bestaat die in staat is, na verliefdheid, als de vlinders rustig in de zon op een bloem heen en weer wiegen en wachten op hun dood, van mij te houden en ik van hem. Ik wil het volledige proces leren kennen. De rups van het eerste kennismaken, die in een cocon rijpt tot vriendschap, engagement en gemeenschappelijke perspectieven en uiteindelijk een wondermooie vlinder baart die 2 mensen meevoert die het volste vertrouwen hebben in de draagkracht van de vlinder, en die als hij afsterft niet dood is, maar de herinnering van zijn levenscyclus in stand houdt omwille van de schoonheid ervan.


Maar, schijnbaar is met het indijken van rook-, drank- , drugs- en andere verslavingen in onze maatschappij, ook de bereidheid tot blootstelling aan de minst schadelijke verslaving van allemaal sterk afgenomen, althans binnen de leeftijds- en ervaringsgroep waarin ik me bevind. Is men dan zo bang voor de vlinders, bang om zich over te geven aan de verslaving van een behoefte die even onontbeerlijk is als eten en drinken? Of, is het eerder de angst voor het “wat daarna”, de schrik dat de partnerlijm niet pakt, dat de oxytocines zich niet aan hun scheidkundige belofte houden?

Is het niet zonde om “fuck de vlinders” als oplossing op te hangen en zo jezelf in een situatie te duwen waarin allesonthoudend ascetisme of plat opportunisme de enige manieren zijn om de kans op een verslaving zoveel mogelijk te vermijden?


Ik vind van wel… en wil dus nog steeds weten wat de afloop is van het chemisch proces en hoe sterk de lijm der oxytocines op termijn kan zijn als de mooie vlinder gestorven is. Noem me dus gerust verslaafd... Niet zomaar op eender wie, uiteraard ;-)

Wat is het geheim van 'ware liefde'?




Wat is het geheim van 'ware liefde'?


De Amerikaanse antropologe Helen Fisher onderscheidt 3 verschillende stadia in de voortplanting van de mens. Ten eerste is er de 'sex drive', het gevoel dat je je zo snel mogelijk moet voortplanten.
Wanneer die 'sex drive' afzwakt treedt de 'verliefdheidsfase' in gang. We maken dan gebruik van onze 'liefdeskaart', die zich in de hersenschors bevindt, en bepaalt voor welk type we in zwijm vallen. De liefdeskaart wordt aangemaakt tijdens onze jeugd, en is sterk beïnvloedbaar door omgevingsfactoren en andere eerste indrukken.



Zweethanden


Eenmaal verliefd komt er een chemisch proces op gang, dat fenylethylamine en adrenaline aanmaakt. We voelen ons bijzonder energiek en krijgen terug zweethanden en kriebels in de buik.
"Verliefdheid is een basisbehoefte die net zo krachtig is als honger en dorst en die je niet kunt negeren. Het is bovendien een verslaving, en zorgt er aldus voor dat je steeds meer nodig hebt om hetzelfde gevoel te behouden", verklaart Professor Fisher.
Wanneer ons lichaam, gemiddeld na 3 jaar, stopt met de aanmaak van chemische liefdesdeeltjes verdwijnt het razende verliefdheidgevoel. Het is op dat punt dat veel koppels uit elkaar gaan.



Partnerlijm


"Bij verliefde koppels wordt echter, als het goed is, ook een ander stofje losgemaakt: oxytocine. Die stof is verantwoordelijk voor het hechtingsproces tussen mensen. Het is een soort van lijm tussen partners", aldus Professor Van Tilburg tegen Elle. Wanneer de hoeveelheid oxytocine hoog genoeg is, versterkt de band tussen de partners en blijven ze alsnog bij elkaar.
Voor de sensatiezoekers is er echter slecht nieuws: de razende, knagende en toch eeuwige liefde bestaat niet. "Voor mensen die constant op zoek zijn naar spanning en sensatie in een relatie, bestaat ware liefde niet. Bij ware liefde ligt de nadruk op gehechtheid, je veilig voelen, en jezelf kunnen zijn. Weten dat iemand om je geeft", besluit Van Tilburg.