donderdag 21 januari 2010
So is it goodbye?
Is it time to set you free?
Is it time to let it fly?
Is it time to let it bleed
We used to take turns
To cover up the pain
Deep below it burns
And the feelin' still remains
You're gonna find someone new
I really hope you do
'Cause I love you
And the sun will come on thru,
It's gonna shine for you
'Cause I adore you
Yes we gave it a try
But maybe for too long
Out of every sorrow
Another day will dawn
You're gonna find someone new
I really hope you do
'Cause I love you
And the sun will come on thru,
It's gonna shine for you
'Cause I adore you
And the road travels on
But I'm still near you
In my life, like a song
I will still hear you
Still
Sun will shine for you
'Cause I adore you...
(Eskobar & Heather Nova - "Someone new")
dinsdag 19 januari 2010
Met vallen en opstaan...
Dit weekend heb ik nog eens de ingestofte projector en een stapeltje oude dia’s bovengehaald, erfstukken van mijn grootvader. Geprojecteerd op mijn rolgordijn, waarvan het motiefje erop een extra cachet gaf aan de lang vervlogen tijden.
Het meest opvallend waren de dia’s van toen ik zo’n jaar of 2 was… Enkele dia’s – want opa was sterk in het maken van reeksen – van mezelf als peuter, vooraan op het paard bij mijn vader, een ruiter in hart en nieren, zo eentje van het type “marlboro-man” met stoere boots en een leren cowboyhoed. Daar zat ik, heel trots vooraan op het paard, rubberen laarsjes aan, te genieten van een ritje op onze weides. Naast ons een kleiner paardje, dat papa me 5 jaar later zou schenken als verjaardagscadeau, een paardje dat me begeleid heeft tot mijn 21ste ongeveer. Een samenvatting uit mijn kindertijd is allicht: mijn papa, mijn paard en ik.
Vandaag gaat mijn zoon, 10 jaar, voor het eerst paardrijden, een verjaardagscadeautje van zijn opa, mijn vader. Ik ken’m goed, mijn eerstgeborene, weet dat hij er vannacht allicht al rusteloos en opgewonden door was, dat hij vandaag op school buikpijn gaat hebben en straks met een heel klein hartje wél of niet het paard gaat bestijgen voor zijn eerste rijles. Want, zenuwachtig en voorzichtig is hij altijd al geweest, risico’s inschatten, voor- en nadelen tegen elkaar afwegen, rustig zijn tijd nemen en overpeinzen zonder te overhaasten…
Zelf ben ik op mijn 18de gestopt met paardrijden, teveel pijn aan mijn hypermobiele gewrichten (zoals ik nu weet), ontstekingen in knieën en heupen maakten de pijn nadien ondraaglijk, een halve dag lang de vrolijke wandelruiter spelen bracht me nadien 3 dagen pijn en venijn, zodat ik ben overgeschakeld naar het koetsrijden, wat ik nog enkele jaren passioneel ben blijven doen. Maar, ik ben altijd blijven dromen van een ritje op een paard, bij voorkeur mijn paardje dat me jarenlang begeleid heeft. En, ja, straks, als de oudste gaat paardrijden, zal ik allicht een traantje wegpinken, om mijn paardje dat al lang niet meer is, om die onbevangen kinderjaren op een paardenrug… en om de pijn die me er al die jaren van weerhouden heeft terug op een paard te stappen.
Sommige dingen doe je met vallen en opstaan, ook paardrijden. Je neemt je eerste hindernis, valt, veegt het stof weg en kruipt terug op je paard om het toch nog een keertje te proberen, want je kan het en het moet en zal je lukken. Met vallen en opstaan leer je. En toch, als dan die ene dag er komt en de pijn wordt je teveel en je beslist van niet meer op te stappen, dan is dat een teleurstelling. Het besef dat je moet opgeven, ook al kan je het en wil je het. De realiteit van de pijn, die het plezier overschaduwt.
De koetstijd gaf me echter terug die vreugde, ik had opnieuw de teugels in de hand, ook al voelde ik het paard onder mij niet meer. Ik had geen pijn meer, lachte en genoot van de natuur, ook al kon ik in het bos niet meer over beekjes of stronken springen en moest ik me aan de verharde wegen houden. Het was een fijne tijd, die kindertijd op een paardenrug, met vallen en opstaan.
Automatisch vraag ik me vandaag in de iets bredere context af hoe je in andere situaties, als volwassene, moet omgaan met vallen en opstaan. Wanneer besef je dat je genoeg gevallen bent, dat je je best gedaan hebt om het te leren, dat je de pijn verbeten en gezalfd hebt, je erover wilde zetten, maar dat de pijn te groot is en je misschien maar beter voor de minder pijnlijke weg kan gaan, die ook mooi is, die je terug vreugde brengt, zonder pijn, ook al zal je dat warmgelopen paardenlijf onder je missen, want zit je nu op de kar, achter het paard.
Ik ben en blijf een ruiter, met vallen en opstaan, zo zeggen mijn genen, zo stroomt het door mijn aders en alleen zo klopt mijn hart. Misschien wel een ruiter die voor zijn eigen gezondheid en heil de minder pijnlijke weg op de koetsbok gekozen heeft, maar ik blijf een ruiter...
(Ben, succes met je eerste rijles. Je kan het, misschien met vallen en opstaan, maar je hebt dezelfde genen, die van een ruiter!)
Het meest opvallend waren de dia’s van toen ik zo’n jaar of 2 was… Enkele dia’s – want opa was sterk in het maken van reeksen – van mezelf als peuter, vooraan op het paard bij mijn vader, een ruiter in hart en nieren, zo eentje van het type “marlboro-man” met stoere boots en een leren cowboyhoed. Daar zat ik, heel trots vooraan op het paard, rubberen laarsjes aan, te genieten van een ritje op onze weides. Naast ons een kleiner paardje, dat papa me 5 jaar later zou schenken als verjaardagscadeau, een paardje dat me begeleid heeft tot mijn 21ste ongeveer. Een samenvatting uit mijn kindertijd is allicht: mijn papa, mijn paard en ik.
Vandaag gaat mijn zoon, 10 jaar, voor het eerst paardrijden, een verjaardagscadeautje van zijn opa, mijn vader. Ik ken’m goed, mijn eerstgeborene, weet dat hij er vannacht allicht al rusteloos en opgewonden door was, dat hij vandaag op school buikpijn gaat hebben en straks met een heel klein hartje wél of niet het paard gaat bestijgen voor zijn eerste rijles. Want, zenuwachtig en voorzichtig is hij altijd al geweest, risico’s inschatten, voor- en nadelen tegen elkaar afwegen, rustig zijn tijd nemen en overpeinzen zonder te overhaasten…
Zelf ben ik op mijn 18de gestopt met paardrijden, teveel pijn aan mijn hypermobiele gewrichten (zoals ik nu weet), ontstekingen in knieën en heupen maakten de pijn nadien ondraaglijk, een halve dag lang de vrolijke wandelruiter spelen bracht me nadien 3 dagen pijn en venijn, zodat ik ben overgeschakeld naar het koetsrijden, wat ik nog enkele jaren passioneel ben blijven doen. Maar, ik ben altijd blijven dromen van een ritje op een paard, bij voorkeur mijn paardje dat me jarenlang begeleid heeft. En, ja, straks, als de oudste gaat paardrijden, zal ik allicht een traantje wegpinken, om mijn paardje dat al lang niet meer is, om die onbevangen kinderjaren op een paardenrug… en om de pijn die me er al die jaren van weerhouden heeft terug op een paard te stappen.
Sommige dingen doe je met vallen en opstaan, ook paardrijden. Je neemt je eerste hindernis, valt, veegt het stof weg en kruipt terug op je paard om het toch nog een keertje te proberen, want je kan het en het moet en zal je lukken. Met vallen en opstaan leer je. En toch, als dan die ene dag er komt en de pijn wordt je teveel en je beslist van niet meer op te stappen, dan is dat een teleurstelling. Het besef dat je moet opgeven, ook al kan je het en wil je het. De realiteit van de pijn, die het plezier overschaduwt.
De koetstijd gaf me echter terug die vreugde, ik had opnieuw de teugels in de hand, ook al voelde ik het paard onder mij niet meer. Ik had geen pijn meer, lachte en genoot van de natuur, ook al kon ik in het bos niet meer over beekjes of stronken springen en moest ik me aan de verharde wegen houden. Het was een fijne tijd, die kindertijd op een paardenrug, met vallen en opstaan.
Automatisch vraag ik me vandaag in de iets bredere context af hoe je in andere situaties, als volwassene, moet omgaan met vallen en opstaan. Wanneer besef je dat je genoeg gevallen bent, dat je je best gedaan hebt om het te leren, dat je de pijn verbeten en gezalfd hebt, je erover wilde zetten, maar dat de pijn te groot is en je misschien maar beter voor de minder pijnlijke weg kan gaan, die ook mooi is, die je terug vreugde brengt, zonder pijn, ook al zal je dat warmgelopen paardenlijf onder je missen, want zit je nu op de kar, achter het paard.
Ik ben en blijf een ruiter, met vallen en opstaan, zo zeggen mijn genen, zo stroomt het door mijn aders en alleen zo klopt mijn hart. Misschien wel een ruiter die voor zijn eigen gezondheid en heil de minder pijnlijke weg op de koetsbok gekozen heeft, maar ik blijf een ruiter...
(Ben, succes met je eerste rijles. Je kan het, misschien met vallen en opstaan, maar je hebt dezelfde genen, die van een ruiter!)
maandag 18 januari 2010
Doktersvoorschrift
Dokter?
Een gedicht van Jee Kast
(ik hoor) stemmen in de leeszaal
Jee Kast, januari 2009
Een uitgave van Panem & Circenses
ISBN: 978-90-813-8930-3
www.jkast.be
www.myspace.com/jeekast
Abonneren op:
Posts (Atom)