Laat ons
eerlijk zijn… Neen, ik loop heus niet zo gigantisch hoog met mezelf op en vind
mezelf ook niet zoooo fantastisch dat ik mijn achterzijde een
nul-meridiaan-transit waardig acht. Ik ben eerder een down-to-earth-meid met
een gezonde portie zelfspot en relativeringszin als het mezelf aanbelangt. Maar,
als het op solliciteren aankomt, dan heb ik best wel een meer dan gemiddeld
aantrekkelijk en veelzijdig pakket in de aanbieding en ben ik me ook wel vrij
bewust van de professionele kwaliteiten, die ik bezit.
Dankzij maandenlange
intensieve begeleiding heeft mijn professioneel zelfbeeld op dat vlak trouwens –
nadat het ontslag me een ferme deuk gaf – ook een nieuwe boost gekregen en
besef ik dat ik met mijn 40+-leeftijd écht nog niet afgeschreven ben en heus
nog wel kan mikken op een job die bij me past. Die positieve vibes vertaalden
zich vooral in heel erg doelgerichte sollicitaties, niet zomaar lukraak in het
blinde weg, maar heel concreet afgelijnd. Dat heeft niet zozeer te maken met
het feit dat ik “kieskeurig” ben of mezelf te goed voel voor bepaalde functies,
maar “zomaar een job”, daar wil ik niet voor tekenen. Een job met inhoud, zo
eentje waarbij de feel-good factor hoog ligt, je het gevoel hebt iets betekend
te hebben die dag en dat bij voorkeur in een sfeer van positieve energie. Samen
de schouders ergens onder zetten en gaan voor het groter geheel!
In de
praktijk vertaalde zich dat naar een 14-tal schriftelijke kandidatuurstellingen
voor jobs waarvan ik het gevoel had dat ze grotendeels in de lijn van mijn
verwachtingspatroon én interessesfeer lagen. Jobs die ik stuk voor stuk zag
zitten en die me allemaal een goed gevoel gaven. Van die 14 brieven ben ik in
totaal 3x uitgenodigd voor een gesprek: bij een eerste sollicitatie eindigde ik
als 2de van ca. 200 kandidaten. De teleurstelling en de tranen van
het gevoel “gefaald” te hebben en op de eindmeet geklopt te worden waren heel
erg bitter en brandden nog dagen na, vooraleer ik me opnieuw bij elkaar raapte
en met herwonnen optimisme aan het solliciteren ging. Een heel erg lang gesprek
op een andere plaats gaf me opnieuw hoop, ook al was de job niet helemaal mijn
ding, doch ik vernam zopas dat ze er – ondanks het enthousiasme van hun kant –
de voorkeur aan gaven om een heel jong meisje aan te nemen onder
I.B.O.-contract. Op zich niet zo erg, gezien ik toch wel enkele bedenkingen had…
Dat brengt
ons naar het laatste gesprek, een gesprek dat ik eerder deze week had. De
vacature voor deze baan kwam eigenlijk eerder toevallig bij me binnen: dankzij
een alerte kennis, die op de hoogte was van het feit dat ik “zoekende” ben. Hij
had op zijn beurt uit zijn netwerk de vraag gekregen of hij geen “witte raaf”
wist voor een bepaalde functie als administratief verantwoordelijke en dacht
daarbij spontaan aan mij. De functieomschrijving werd naar me doorgestuurd en
toen ik ze las kon ik perfect alle eisen afpunten: “kan ik, wil ik, heb ik al
gedaan én wil ik graag doen”. Samenvattend waren er op het eerste zicht dus
geen negatieve punten of bedenkingen van mijn kant. Ik schreef mijn
motivatiebrief, die vlotjes over mijn scherm stroomde en die ikzelf toch wel “het
betere werk” vond (na 13 brieven kon ik al wat vergelijken en merkte ik zelf
vorderingen in mijn sollicitatiebrieven-schrijven), voegde mijn toch wel knap
gelayout c.v. toe en stuurde alles door. Enkele dagen later de vraag of ik
schriftelijke testen wilde komen doen, nog voordat er een kennismakingsgesprek
geweest was.
Afgelopen
week kreeg ik dan ook, 37,5 uur voordat ik verwacht werd voor de schriftelijke
proef, een mailtje met daarin hetgeen we konden verwachten: een concreet af te
handelen offertevraag en nacalculatie van een project en dan nog een deel dat
we vooraf thuis mochten voorbereiden. Ik zag het helemaal zitten! Gezien we een
laptop mochten meebrengen had ik een leuke presentatie gemaakt – niet té
flashy, niet te straks of gewoontjes – om mijn “case” te verdedigen. Het was
een heel leuk werkje en iets wat me écht wel ligt.
De dag van
de schriftelijke proeven kwam ik serieus gehavend toe – nadat ik daags voordien
zwaar ten val was gekomen op mijn huidige werk en met een aantal kneuzingen
zat, die me enorme pijn bezorgden – doch bruisend van de energie. Als eerste aangekomen
zag ik dat het een proef in groep was, tesamen met de andere kandidaten. Ik
vroeg hoeveel “anderen” er waren. 40 Kandidaten, waarvan er een 7-tal vandaag
zouden komen, gezien er vooraf al enkelen hadden afgehaakt na het lezen van de
mail over de schriftelijke opdrachten. In de praktijk bleken het er dus 4 à 5 “tegenkandidaten”
te worden, zo precies weet ik het niet meer omdat ik vol gefocused was op de
proef. Wel herinner ik me dat één van de kandidates 20 minuten te laat toekwam.
De proeven waren best wel complex en niet zo evident zonder enige
achtergrondinfo of technische kennis, maar ik was vastberaden er het beste van
te maken en geheel in de lijn van mijn natuur kalm en rustig om te gaan met de
toch wel uitdagende vragen en analytisch te werd te gaan.
Vrij snel
haakte een 1ste kandidate af (“Geen spek voor mijn bek”) en volgende
iets later een tweede (“Te hoog gegrepen”) en een 3de (“Te moeilijk,
niet echt haar ding”). Met z’n 2-en bleven we doelgericht en strak gefocused
verder werken aan onze taken: calculeren, nacalculeren, offerte maken, alles
opnieuw doornemen . Met nog slechts een korte vraag vooraleer af te geven, riep
ik de gedelegeerd bestuurster bij me – zij nam de proeven persoonlijk af – en was
het tijd om mijn case te verdedigen. Behoorlijk overtuigd van het feit dat ik
me zeer goed had voorbereid, begon ik eraan. Ik denk dat ik slechts enkele
minuten bezig was, toen de laatste overblijvende kandidate opstond, ons
benaderde en meedeelde dat ze er de brui aan gaf: “Nu ik Mevrouw hier zo hoor
praten, besef ik dat zij dit zoveel beter kan en hou ook ik het hier voor
bekeken”. Ik zweer het: een onbeschrijflijke adrenalinestoot én tegelijk ook
wel een écht bizarre situatie. Je schiet daar gewoon als laatste over, omdat al
de rest zichzelf naar huis heeft gespeeld en opgaf. Gebrek aan motivatie? Gebrek
aan doorzettingsvermogen? Faalangst? Ik weet het niet. Ht leek me alleszins
(voor hen) bijzonder spijtig dat ze niet toch de moeite gedaan hebben om te
proberen of te argumenteren of op z’n minst zichzelf voor te stellen.
Ik
daarentegen heb na het verdedigen van mijn case nog een heel fijne lange
kennismakingsbabbel gehad met wat normaalgezien mijn nieuwe bazin gaat worden.
Het enige
wat er nog ontbreekt is de handtekening en die hoop ik volgende week te kunnen
gaan zetten. Het is dan ook misschien een heel klein beetje voorbarig, maar ik
wil nu alvast mijn man bedanken voor zijn immer aanwezige steun en nooit
aflatende rust en vertrouwen (dankzij hem ben ik steeds de beste versie van
mezelf). Verder een woord van dank voor Nadia en voor mijn zusje voor het
telkens weer duimen, mailen, bellen, navraag doen. Dank ook aan collega’s, vriendinnen
en vrienden die meedachten in mijn queeste en dan vooral aan Alec en Kristel
voor de “gouden tip” (blij dat ik de “witte raaf” mag zijn). Mijn papa ben ik
dankbaar voor de 21 jaar waarin hij mee zorgde voor mijn opvoeding en opleiding
en zo voor een deel verantwoordelijk is voor de persoon die ik nu ben.
Dankjewel ook Ina voor de steeds zo leerrijke sessies, de hulp, steun,
beschikbaarheid en realistische kijk op een snel veranderend professioneel
klimaat. De positieve energie van jou en de groep was telkens iets om naar uit
te kijken. Ik ga jullie missen… En, na 4 maanden ben ik eindelijk zo ver dat ik
kan zeggen: dankjewel vorige werkgever voor de 4 jaar samen en om me vrij te
geven voor een baan die zoveel beter bij me past. Aan mijn huidige collega’s:
ik zal jullie missen…