Ja, ik geef het grif toe: ik ben bang!
Een griepje.
Toen corona een week of 3-4 nog vergeleken werd met een “griepje”, kon ik het allemaal nog relativeren, haalde ik de algemene jaarlijkse overlijdensstatistieken erbij om mezelf met beide voeten op de grond te houden en besliste ik voor mezelf dat er zoveel andere reële doodsoorzaken zijn en dat het allemaal dus zo een vaart wel niet zou lopen. De kans om overreden te worden voor mijn eigen huisdeur leek me nog steeds groter, dan dat zo’n virusje uit Azië me zou vellen.
Ook al omdat mijn “levensplan” er eentje is van minstens 102 te worden en dan plots dood te vallen, omdat er ergens een kanker over het hoofd gezien werd. Want, daar ben ik dan weer wél altijd van overtuigd geweest: dat ik ooit kanker ga krijgen! Allicht omdat mijn mama, haar nicht en haar beste vriendin eraan gestorven is én gewoon omdat de statistieken dat zo een beetje voorspellen… Ja, ik zag het allemaal voor me: kanker en Alzheimer, maar kranig genoeg om de 100 te halen en alle dagen te blijven lachen.
Het nieuws.
Dat lachen, dat is me ondertussen deels al vergaan. Ja, af en toe baant er zich zelfs een traan haar weg over mijn wang. Want, ik ben bang! Het nieuws, daar keek ik bewust al jaren niet meer naar, kwestie van me te beschermen tegen alle negativiteit in de wereld. Alleen in crisistijden, tijdens de aanslagen bijvoorbeeld. (Vreemd toch hoe je kan schrijven “tijdens de aanslagen” en iedereen weet wat je bedoelt…) Alleszins, ik ben geen nieuwskijker (meer)! Ik luister naar de radio en lees de titels in de krant wel, kwestie van een beetje “mee” te zijn.
Sinds een week of 2 kijk ik dus weer naar het nieuws, alle dagen 3 keer: ik lunch om 13 uur voor TV, eet mijn diner om 19 uur met het nieuws en ga pas na het late journaal van 23 uur slapen. Met elk nieuwsbericht dat ik kijk, zakt de moed me meer in de schoenen. Want, ik ken mensen met corona! Ouders van vrienden, kinderen van vrienden, goede kennissen, ex-collega’s. Dat me dat aan het denken zet, is een understatement.
Thuis.
Neen, ik vind het niet erg om thuis te zitten, heb er geen probleem mee dat ik geen terrasjes kan gaan doen (deed ik vroeger trouwens ook al veel te weinig), kan gaan shoppen (dat kan online ook en ik je hebt ook bitter weinig nodig als je thuis zit). En, ik behoor tot niet tot de menigte die nu plots het wandelen en fietsen herontdekte en massaal de straten op gaat om buiten te komen. Ik ben al altijd een beetje een “binnenzitter” geweest. Als ik niet getrouwd was en geen kinderen had, dan kwam ik allicht zeer weinig buiten. Ik vind het spijtig dat de tuincentra gesloten zijn, dat wel. Want, net in zulke tijden fleur je op van een bloemetje en een plantje en geeft het hoop om iets te zien groeien in de tuin (of in mijn geval: op het terras).
Bang ben ik! Bang dat mijn kinderen, ikzelf en/of mijn man het gaan krijgen. Bang dat ik onze 6 kinderen en mijn jongens hun broertje misschien niet meer kan zien opgroeien als dat vieze virusbeest me zou aanvallen. Bang dat ik misschien nooit mijn kleinkinderen ga ontmoeten, bang om mijn huis in chaos achter te laten, zodat ik als een bezetene aan het opruimen en poetsen geslagen ben. Bang dat ik niet alleen deze lentestart moet missen, maar dat het dus gewoon plots allemaal gedaan kan zijn. Die confrontatie met de eindigheid van ons bestaan, die sinds enkele weken zoveel duidelijker op de voorgrond staat wereldwijd, is een confrontatie die me vaak teveel wordt.
Afleiding.
Gelukkig ben ik iemand die afleiding vindt in de kleine dingen. En, ik heb een garage en een kast vol “onafgewerkte projecten”: ik ben aan het breien (een sjaal, want ik kan alleen recht breien), overweeg het om wat decoraties in elkaar te stikken (de naaimachine staat al 5 jaar in de kast; voordien kort les gevolgd dus mijn “skills” zijn quasi nihil), heb enkele houten panelen die ik moet afschuren en in mijn hoofd zijn er nog wel wat dingen aan het rijpen. Ik kan dus nog wel enkele weken thuis blijven zonder last te krijgen van enige verveling… (Goh, ben ik blij dat ik laatst niet al mijn “knutselgerief”, stofjes en spulletjes gedoneerd heb, omdat ik er toch de tijd niet voor heb…)
Wat nu?
Ja, ik ben ook bang wat het allemaal gaat geven als deze vreemde tijd achter de rug is: op vlak van politiek, economie, welvaart, ecologisch denken, enz. Ik ben bang dat de wereld die we kenden verleden tijd is… Onnoemelijk nietig, klein en machteloos voel ik me! Maar, hopelijk sterk genoeg om niet aan dit ellendige “killervirus” ten onder te gaan…
Stay safe! Stay healthy! Stay at home!