Mijn Hunkerman en ik zijn nu sinds eind januari een koppel. “Big
news”, hoor ik u al denken. En, inderdaad, zo “vers” is dat nieuwtje al lang
niet meer. Over onze relatie (of voorgaande) schrijven, deed ik eerder zelden
en meestal eerder algemeen, dan specifiek.
Maar, in dit geval zal ik een uitzondering moeten maken,
misschien niet eenmalig, dat zien we dan wel weer.
We hebben elkaar ongeveer een jaar geleden ontmoet, eind
oktober, de 27ste om precies te zijn. Ik was net 3 dagen ervoor
jarig geweest en stond die bewuste avond op café buiten een sigaretje te roken,
verdrietig om het heengaan van mijn mama net 1 maand eerder, maar ook vreselijk
energiek en in overdrive omdat ik volop aan het solliciteren was geslagen (dik
tegen mijn zin, maar het moest). Over die eerste sollicitatieperikelen was ik
dan ook uitvoerig met een andere roker aan het leuteren, toen mijn Hunkeren wat
dichterbij kwam staan en me vroeg of ik blij was geweest met mijn
verjaardagscadeau eerder die week? Ik denk dat er toen niet meer dan verbazing
en een vragend “Huh?” volgde. Hij lichtte toe dat hij bij een
gemeenschappelijkefacebookvriendin had gezien dat ze me die week kwam bezoeken
met een verjaardagscadeautje. Verder werd er over die verjaardag niet veel
gerept en ben ik zowat een half uur blijven doorbomen over het hedendaags
solliciteren, vooraleer ik het buiten te koud vond en terug naar binnen ging na
een leuke babbel.
Zoals dat tegenwoordig gaat stuurde ik hem een
facebook-vriendschapsverzoek, hij keurde goed en ik zag dat hij diezelfde dag
verjaarde en stuurde hem prompt een privéberichtje dat ik zijn verjaardag vanaf
nu niet meer kon vergeten.
Maanden later, toen we in januari behoorlijk halsoverkop in
een relatie stapten met elkaar bleef het een leuk iets dat we op dezelfde dag
jarig zijn, want, what are the odds? Dat we – beiden woonachtig in Limburg –
een connectie hebben met godverlatenboerengat Grasheide (een landelijk
kerkgehucht ver van Limburg en de omliggend Antwerps-Brabantse beschaving af
gelegen) vonden we ook al vrij bizar. Ik ben er opgegroeid en hij bracht er de
weekends en vakanties door in het buitenverblijf van zijn grootouders. Bij de
boer waar mijn vader zijn asperges ging halen, leerde mijn Hunkerman traktor
rijden en het markante kruispunt in het bos, vlakbij de boerderij, waar pal in
het midden van dat kruispunt een boom staat, kenden we ook allebei.
De vrouw van die aspergeboer (die volgens mij ook al enige
tijd dood is) heeft trouwens 2 dagen voor mijn mama haar overlijden ervoor
gezorgd dat ik bijna een infarct kreeg, toen mijn mama in haar palliatieve
ziekenhuisbed naar buiten keek en uitvoerig tegen die vrouw aan het praten was
alsof het een hartsvriendin was die vlak langs haar naast het bed zat.
(Misschien de invloed van de morfine die mijn mama dode mensen heeft doen
zien?!) Dat er op de 6de of 7de of weet ik hoeveelste
verdieping niemand aan het raam stond hoef ik er allicht niet bij te vermelden.
En, geloof me, zo een live scène uit “The 6th Sense” (“I can see dead people”)
jaagt je écht wel de stuipen op het lijf, maar dit geheel ter zijde.
Mijn Hunkerman heeft trouwens één zus (die jonger is) en ik
heb er ook eentje. Niet wereldschokkend, ik weet het. Er zijn wel meer mensen
met een jongere zus. Dat zijn zus echter Sabine heet, net zoals mijn pas
overleden moeder, was dan toch weer een beetje raar. Maar, toeval bestaat.
Want, er zijn maar liefst 17.634 Sabines in België, dus het kan. (bron: www.permesso.be)
Helemaal bizar werd het toen mijn Hunkerman me – op de 1ste
sterfdag van mijn moeder Sabine, tijdens een rookpauze op mama’s
herdenkingsdiner in familiekring – zei dat hij op 29 november niet mocht
vergeten naar zijn zus te bellen, gezien ze dan jarig is. “Wablief?!”, was toen
zowat het enige wat er bij mij uitkwam. Neen, niet omdat ik half-doof ben, maar
omdat ik zeker wilde zijn dat ik de datum goed verstaan had. Hij bevestigde: 29
november. Heel straf, want, mijn enige zus verjaart ook die dag! Hunkerman en
ik delen dus onze verjaardag en onze zussen zijn eveneens op dezelfde dag
jarig!
Nu, ik ben geen wiskundige, maar de kans daarop lijkt me
eigenlijk best wel klein?!
Je zou denken dat het hierbij stopt, hè. Maar neen! Eerder
deze week waren we de nieuw gekochte woonkamerkast aan het inladen – netjes ieder
zijn kant, toen hij me zijn geboortealbum in de hand duwde. Ik bladerde door
het boekje, las enkele passages, toen er plots een papiertje uit het abum viel.
Het was een wit blaadje uit een notablokje, voorzien van een voorgedrukt opschrift
(je kent ze wel, van die handige notablokjes bedrukt met reclame bovenaan). Op
het blaadje had zijn mama enkele aantekeningen gemaakt, van belang voor zijn
geboorteboekje. Maar, mijn oog viel dadelijk op de opdruk van het blaadje, in
lichtblauwe drukletters: “HERBERT” (slechts 1036 mannen in België heten
trouwens Herbert, dus het is zeker geen voor de hand liggende naam als pakweg
Jean of Jef of Wilfried). Herbert, de naam van mijn Oostenrijkse vader!
Of je nu gelooft in het lot of niet, doet niet ter zake.
Want, bovenstaande feiten zijn wat ze zijn: feiten en geen zweverige
verhaaltjes (toegegeven, het praten met dode mensen is weer iets moeilijker te
staven, maar ik heb het zelf meegemaakt en ben er nog steeds behoorlijk spooked
van).
Oh ja, en voor de echt nieuwsgierigen geef ik even mee dat
er in gans België slechts 110 mensen mijn voornaam dragen en er niemand is die
echt Hunkerman heet (ja, ik heb het voor alle zekerheid nagekeken, je weet maar
nooit ;o) )!...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten