maandag 28 februari 2011


De samenwoonvraag… Ja, de laatste paar weken krijg ik ze steeds vaker gesteld. Logisch ook als je al enige tijd in een stabiele en liefdevolle relatie zit waar alles snor loopt en je buiten de verplichte werkuren steeds samen bent.

En, allicht is voor de meeste koppels het officiële en effectieve samenwonen dan ook dé bekroning van een goed lopende relatie. Waarschijnlijk ben ik “een moeilijke” op dat vlak, deels door mijn karakter en ook wel door eerdere teleurstellingen op dat vlak, gezien mijn ex-man en ik eigenlijk ook al niet samenwoon-compatibel waren. Een samenwoonrelatie heeft in mijn ogen nu eenmaal een vervlakking van de relatie tot gevolg, door het gedeelde woonidee. Alles delen is in mijn “ideale relatie” dan ook geen noodzaak. Ik ben gesteld op mijn eigen nest, dat ik ondertussen volledig ingericht heb naar mijn eigen smaak: het is er gezellig, staat bomvol en elk stuk heeft er zijn vaste plekje. Als gewoontedier heb ik ook zo mijn vaste rituelen en minutieuze onhebbelijkheden, die moeilijk combineerbaar zijn met de eventuele nonchalance van een partner. Ja, langdurig verblijf van een medemens op “mijn terrein” is in mijn wereld een inbreuk tegen mijn territorialiteit en een stap te ver in mijn privacy.

Niet dat ik een asociaal wezen ben dat geen sociaal contact in eigen huis kan verdragen. Integendeel zelfs. Maar, dat verblijf dient dan wel in tijd beperkt te zijn. Of, zoals mijn moeder – die vaak gasten thuis logeerde - al altijd zei: “Bezoek is als vis en dus niet meer genietbaar na 7 dagen”.

Natuurlijk, samenwonen is een behoorlijke besparing op de kosten: lening, verzekeringen, stroom, gas, internetaansluiting, digitale TV enz. betaal je maar 1x en niet dubbel. Maar, weegt die “besparing” op tegen de eventuele relationele nadelen? (Ik kan namelijk niet veel voordelen zien in het samenwonen, ook al ben ik normaalgezien een absolute optimist die alles van de positieve kant bekijkt…)

Neen, ik hou absoluut niet minder van mijn partner als we apart blijven wonen. Integendeel zelfs… Ik kan op momenten dat hij niet bij me thuis rondloopt genieten van het alleen-zijn en ernaar verlangen dat hij thuis binnengewaaid komt en met zijn vrolijke snoet mijn dag kleur geeft. Ik kan me – terwijl hij bij zich thuis na het werk wat terugtrekt om even op adem te komen na zijn dag – op het koken gooien en mezelf opknappen om er dan zelf ontspannen bij te lopen als hij langskomt om samen met me aan tafel aan te schuiven met een goed glas wijn. Kortom: ik reken erop om de sleur slim af te zijn, door het samenwonen als sleurverhogende factor uit te schakelen en zo enkel en alleen ruimte te laten voor de fijne momenten en het leuke aan een relatie. “In goede en in slechte dagen” werkt voor mij niet, gezien ik alleen de goede momenten wil en de slechte momenten in mijn eentje wil laten voorbij kabbelen.

ALLES delen werkt relatiedodend, daar ben en blijf ik van overtuigd.

De verschillen tussen man- en vrouw-zijn worden me na 13 jaar, als enigste vrouw uitsluitend tussen de mannen op de werkvloer, gewoon veel te duidelijk en lijken me hoe langer hoe meer niet-combineerbaar. Neen, ik ben zeker niet “manonvriendelijk”, verre van zelfs. Maar, ik denk dat ik een te goed inzicht heb in de verschillen - die er nu eenmaal zijn - en die het samenleven tot een hel en ware bron van dagelijkse ergernis kunnen maken, zowel voor de mannelijke als voor de vrouwelijke helft van een koppel.

Bovendien is het zo dat ik nog geen enkele man gevonden heb die zich 100% kan vinden in mijn vrouwelijke interieurvisie van “roosjes en engeltjes” en andere frivoliteiten. Mijn partner houdt van echte jaren 60 en 70 retro, strakke en no-nonsense mannelijke interieurs, terwijl ik de voorkeur geef aan romantische kringloopinterieurs en nostalgie-puur in mijn leefomgeving. Hoe combineer je dat in godsnaam in één huis? Onmogelijk toch.

Misschien is het “de schuld” van mijn ouders, die me als kind al de vrijheid gegund hebben van een “eigen rijk” incl. ruime zithoek met stereo en telefoon, bureel, quasi apart slaapgedeelte. Onze oude hoeve leende zich er toevallig toe dat dat een mogelijkheid was. En, ik herinner me nog steeds de mooie momenten aan die kamer, die 1/3de van de bovenverdieping in beslag nam en dan nog eens uit verschillende “subniveaus” bestond.

Het was een paradijs, mijn paradijs… net zoals mijn huis dat nu voor me is. Mijn 4 jongens hebben de bovenste verdieping van het huis ter beschikking en al de rest is van mij! En, ik doe daar volledig mijn ding, zonder compromissen! Dit vaak tot wanhoop van de mensen die vinden dat ik het “zus of zo” zou moeten aanpakken, terwijl ik dat – koppig als ik ben - succesvol weiger :-)

Ja, die koppigheid… Ze laat inderdaad weinig ruimte voor letterlijk “samenleven”. En, heel eerlijk: ik denk ook niet dat ik als partner met mezelf zou kunnen of willen samenleven. Samenzijn wel… op bepaalde momenten… maar zeker niet altijd ;-)

Ik kijk er dus naar uit dat mijn man zijn stek weldra helemaal verbouwd en intrekkensklaar is. Verheug me om bij hem thuis te gaan eten, daar mijn voeten onder tafel te steken na het werk, in zijn tuin te zitten, in zijn bed te slapen en bij hem op bezoek te gaan en hem te zeggen hoe geweldig ik hem vind. Want, dat is hij ook: geweldig! Omdat hij me neemt zoals ik ben incl. al mijn onhebbelijkheden en mijn koppigheid…

donderdag 17 februari 2011

Minding my own business

Daklozen in Hasselt… Ze zijn allicht met niet zovelen als pakweg in Brussel of Antwerpen. En, ze zijn ook minder “zichtbaar” aanwezig. Maar, ze zijn er. Ze storen niemand, bedelen niet, vallen geen passanten lastig en zitten er gewoon te zitten…

Zelf kom ik niet zo frequent in de binnenstad, maar tijdens de eindejaarsperiode zag ik ze aan de uitgang van de parkeergarage, uit de gure winterwind, aan de trappen, tegen de etalage van de Wibra gezeten. Ze waren met 4-5 man.

En, ja, ik moet er eerlijk in zijn: ik zag hen… maar toch ook weer niet. Want, staren, dat doe je niet. Omdat het onbeleefd is en ook omdat het te confronterend is van te kijken én te zien. Het is comfortabeler om je hoofd af te wenden, strak voor je uit te kijken en langs hen heen te lopen “minding your own business”, in dat geval kerstshoppen voor mijn 4 kinderen. Ze hebben me allicht ook gezien… een uur later, volgepakt met zware winkelzakken, kleurige kerstpakjes zeulen en langs hen heen terug naar de parkeergarage afdalen.

Wat zij niet zien is dat ik er ook een heel moeilijke tijd heb opzitten. Neen, ik mag niet klagen, heb steeds een (veel te duur) dak boven m’n hoofd gehad, ook al stond de schimmel er op de muren en tochtte het er zo fel dat ik 2 winters geleden een gans maandloon verstookt heb om mijn kinderen warm te houden. Maar, die tijd is voorbij voor mij. En, op zich waren de financiële problemen, die me op dat moment wakker hielden peanuts vergeleken met het leven dat sommige van deze mensen er al hebben opzitten. Ik had het geluk van bij vrienden en familie wat geld te kunnen lenen, als er aan het einde van mijn loon nog een stuk maand over was en de frigo leger dan leeg was. Ik ben er dus uiteindelijk uitgeraakt, uit de put. En, kan ondertussen in mijn eentje een schuldenvrij leven leiden en zie het allemaal best wel zitten.

Gisteren dan, één van de eerste zonovergoten middagen met behoorlijk aangename lenteachtige temperaturen, moest ik nog eens de stad in, cadeautjes kopen voor een kinderfeestje waar mijn 4 jongens zaterdag naartoe gaan. Ze – de Hasseltse daklozen – waren ondertussen ook verkast van hun windvrije schuilplaats aan de trappen naar het nabijgelegen plein en zaten op een bankje in het zonnetje te praten. Behoorlijk luid, dat wel. Ik kon er dus niet aan doen dat ik bij het langshaasten (gezien mijn middagpauze al een beetje overschreden was) gespreksflarden oppikte. Neen, ook nu keek ik hen niet aan. Een vrouw die bij het voornamelijk mannelijk gezelschap zat had het over het feit dat ze graag een pintje drinkt. Maar, dat ze eten en haar sigaretten toch wel belangrijker vindt. En, dat als het eens niet lukte, ze dan wel de pintjes liet staan om zich van eten en wat sigaretten te voorzien. Een behoorlijk verantwoorde keuze, die toch wel tegen het cliché indruist dat daklozen hun laatste cent aan de drank geven. De drank verzacht en verdooft allicht, maar de basisbehoefte eten en het genot van een sigaretje (een behoefte die ik als roker volledig kan begrijpen) staan toch bovenaan het verlanglijstje.

Het doet me denken aan die keer, nu alweer enkele jaren geleden, toen er iemand aan de deur belde. Een vrij jonge man, nog geen 40, die me beleefd vroeg of ik iets te eten had, gezien hij zonder zat. Ik liet hem binnen, gaf hem een kop koffie en vroeg hem of hij in de mogelijkheid was eten op te warmen. Hij zag er drugsverslaafd uit, vertelde me dat hij door zijn vriendin buitengegooid was en nu tijdelijk bij ene kameraad een onderkomen had gevonden. Ik gaf hem een pakje miracoli-spaghetti mee, een pak eierwafels en wat koekjes, gezien ikzelf amper wat in huis had. Ik zag hem een jaar later nog eens van deur tot deur gaan, in een andere wijk. En, een jaar of 2 geleden kwam ie nog eens thuis in de buurt “zijn ronde” doen. Hij was enorm afgevallen en ook niet meer in de mogelijkheid eten op te warmen, zat dus op straat. Ik gaf hem mee wat ik missen kon. Hij bedankte vriendelijk en zei dat ie zich me nog herinnerde van enkele jaren terug, toen ik nog in dat andere huis woonde. Sinds toen heb ik’m niet meer gezien.

Sinds gisteren spookt het door mijn hoofd dat ik me bij een volgende ontmoeting met het kliekje daklozen in de binnenstad misschien eens moet ontdoen van mijn blindheid, me er (gewapend met enkele blikjes bier, een zak koffiekoeken en een pak sigaretten) misschien eens moet gaan bijzetten, op hun bankje. Om een praatje te maken, te zien en te horen wie ze zijn, wat ze zijn en waarom ze zijn. De confrontatie is allicht moeilijker dan het negeren, maar ik denk dat ik het toch eens ga doen… Bij een volgende gelegenheid.

dinsdag 8 februari 2011

Absurdistan...


Ik, geboren als Cora Tatiana Meier, loop al 36 jaar rond met die naam… en met de Oostenrijkse nationaliteit, beiden verkregen toen ik het levenslicht zag in België, als dochter van een Oostenrijker en een Duitse. De naam, een origineel cadeautje van mijn ouders. De nationaliteit, een cadeau van mijn vader. Het Duits is dan ook nog steeds de taal die in de familie het meest gebruikt wordt en we houden ook wel vast aan enkele tradities, al was het maar de wekelijkse schnitzel met aardappelsalade.


Ondertussen ben ik - 36 jaar later - een afgesloten huwelijk en 4 kinderen verder. De Oostenrijkse nationaliteit heeft me tot een anderhalf jaar geleden slechts uitzonderlijk “last” bezorgd (vroeger, voordat Oostenrijk EU-lidstaat was, had ik al eens problemen op luchthavens en werd er via een aparte checkpoint eens wat dieper in mijn ogen gekeken, maar verder dan dat gingen de nadelen ervan niet) en was vaak een zegen: geen stemplicht, noch in België, noch in Oostenrijk, zodat ik op mijn 36ste nog nooit ben gaan “kiezen” en geen benul heb hoe dat allemaal werkt.


Tja, anderhalf jaar geleden dan… Het “London-incident”… De Britse autoriteiten wilden me in Brussel niet op de Eurostar laten omdat ik geen reispas bij me had. Op dat moment (ik had voorheen niet zo vaak gereisd en nam meestal de auto om op vakantie te gaan) besefte ik dat ik dus geen Belg ben en dat hetgeen ik voor een identiteitskaart had gehouden en er exact zo uitziet slechts een “Document ter Staving van Duurzaam Verblijf” is en dus niet geldig is in het buitenland. Het is dus geen identiteitskaart, maar de vroegere verblijfsvergunning, kwestie van me te onderscheiden van de illegale asielzoekers, die ons land frequenteren.


Geen London-reis dus, maar wel een zoektocht naar mijn reispas, ergens weggeborgen (nog nooit eerder nodig gehad, laat staan bekeken) in een vergeten lade, maar schijnbaar nog 4 jaar geldig! Groot was mijn verbazing toen ik de reispas (voor het eerst) opende en de naam zag die erop stond: Cora Schuurmans! O.K., Schuurmans heten is geen ramp, mijn kinderen dragen die naam al sinds hun geboorte dus daar is zeker niks mis mee. En, ik ben 11 jaar met een Schuurmans getrouwd geweest, wat al bij al ook wel meeviel.


Nu ik stilaan plannen koester om in de komende zomermaanden er eens op uit te trekken, bij voorkeur misschien zelfs eens met het vliegtuig, kwam het idee bij me op een nieuwe reispas aan te vragen, gezien ik ondertussen gescheiden ben en de reispas dus niet meer correct is. Me richtend tot de ambassade van Oostenrijk kaartte ik dan ook het probleem aan van de “verkeerde” naam op mijn pas en dat ik deze misschien maar beter kan vervangen, ook al is ie nog tot 2013 goed?



“Guten Morgen! Sie haben sich bei uns informiert für einen Reisepass auf den
Namen Cora Meier. Es tut uns leid, aber den können wir Ihnen nicht ausstellen, da Ihr Name Cora Schuurmans ist und Sie erst eine Namensänderung beantragen
müssen.“


Ik ben dus mijn naam kwijt… en dat schijnbaar al sinds 1998! Tja… Bij deze weet ik nu dus wel dat mijn reispas perfect in orde is en ik hem nog kan/mag/moet opgebruiken tot 2013, gezien er geen foutieve gegevens opstaan, die men me zou kunnen verwijten. De naam op de pas is wel degelijk de naam die ik officieel draag volgens mijn land van herkomst: Cora Schuurmans, gezien ik door te huwen mijn eigen naam compleet kwijtgespeeld ben... en je je meisjesnaam niet zomaar terugkrijgt na scheiding.


Concreet draag ik dus nu voor de Belgische staat de Oostenrijkse naam Cora Meier en voor de Oostenrijkse staat de Vlaamse naam Cora Schuurmans. En, sterker nog...


Stel dat ik, Cora Schuurmans, een Oostenrijker tegenkom met wie ik wil trouwen… dan krijgen we de keuze of we de naam van de man of van de vrouw willen dragen, zodat ik mijn nieuwe Oostenrijkse man de naam Schuurmans kan geven bij huwelijk en onze Oostenrijkse kinderen dan ook Schuurmans zouden heten, net zoals hun Belgische halfbroers! En, als we dan zouden scheiden, dan zou die Oostenrijkse Schuurmans zijn naam (zijnde mijn naam… of eigenlijk de naam van mijn ex-man) kunnen verder geven aan zijn nieuwe vrouw! En, jawel, die kan dan weer scheiden en op haar beurt de naam Schuurmans verderzetten. Voor je het weet zit Oostenrijk dus vol van Schuurmansen...
Of, zoals men in Genk zegt: sjiek is mich dat!

Nu, op zich is het fijn dat de Oostenrijkers je de keuze laten welke naam je bij huwelijk wil aannemen: de jouwe of die van je man. In geval één van beiden een hooggeplaatste naam heeft (adel, politiek, enz.), dan kan je die zo doorgeven en mag je partner die zelfs houden en op zijn/haar beurt ook weer verder geven. Of, als je een naam hebt die je liever niet ziet, dan kan je daar ook zo weer vanaf: trouwen en hup, weg is de naam! En, dat in principe voor altijd...
Maar, in mijn geval had het fijner geweest als men mij van die keuze op de hoogte had gebracht voordat ik getrouwd ben, 13 jaar geleden! Dan zou ik nu nog steeds Cora Meier heten…

Nu dient er dus een procedure tot naamswijziging opgestart te worden, wat me een dagje Brussel kost, 50 euro aan taksen en 3 maanden geduld, omdat één of andere rechter in mijn "thuisland" moet beslissen of dat wel mag, mijn meisjesnaam, die wel degelijk mijn Oostenrijkse geboortenaam is, terugnemen. Tot dan heet ik op alle officiële Oostenrijkse documenten dus Cora Schuurmans.


Fijn voor de nieuwe "Mevrouw Schuurmans", die in september met mijn ex-man gaat trouwen: zij houdt volgens Belgisch recht haar eigen naam… terwijl ik volgens Oostenrijks recht zijn naam draag.


Nu ja, mijn reispas is nog 2 jaar geldig. Ik heb dus nog tijd voor de naamswijziging. En, wat het reizen betreft: ik zal vanaf heden alle tickets bestellen op naam Cora Schuurmans-Meier, zodat zowel mijn identiteiskaart als reispas op één of ander vlak ook in het buitenland min of meer correct zijn, gezien ik de luxe heb van officieel 2 namen te dragen! En, in geval van nood in het buitenland zal ik vanaf nu richting Oostenrijkse ambassade rennen, terwijl mijn lief die van België mag gaan opzoeken…

En, wat de ex-man betreft: die heeft me vandaag verzekerd dat hij "royalties" gaat eisen voor het (verder)dragen van zijn naam. Ik heb hem beloofd dat ik'm bij een komende gelegenheid op een "Duvel" zal trakteren... Tja, what's in a name, anyway ;-)

P.S. Misschien is het een optie om me tot Belg te laten naturaliseren, hoewel ik daarmee ook best wacht, gezien ik anders direct mijn 1ste stembusgang voor de boeg heb ;-)
Of, trouwen met een Oostenrijker die de achternaam Meier (toch wel een veel voorkomende naam ginder) draagt en dadelijk terug scheiden, dan is het ook opgelost en ben ik terug wie ik wil zijn: CORA MEIER!
De wettelijke info kan je nalezen op: http://www.help.gv.at/Content.Node/112/Seite.1120200.html