Vorige week zag ik de film “Lena” (Geregisseerd door Christophe Van Rompaey – de man van Aanrijding in Moskou, met Emma Levie, Niels Gomperts en Jeroen Willems). Een film over een vrij corpulente marginale half-Poolse meid van 17, die permanent op zoek is naar aandacht, om te compenseren dat ze uit een nest zonder liefde of waardering komt. (Hoe het allemaal zit met Lena, moet je zelf maar in de bioscoop uitvissen)
Het deed me terugdenken aan mijn eigen middelbare schooltijd. Een periode waar ik niet met echt veel voldoening naar terugkijk. Ik deed het goed op school, had wel enkele vriendinnen (wat me opvalt is dat ik toen al lak had aan het labellen van mensen en dat ik vrienden van divers pluimage had, ja ook in de categorie van de “underdogs” als we er dan al een etiket op willen plakken), maar voelde me er nooit echt thuis of gewaardeerd. Dat zie je ook op de foto’s uit die periode: ik zag er weinig vrolijk of opgewekt uit, terwijl ik nu eigenlijk Miss Optimista ben :-). Ik herinner me die schooltijd ook als een periode van onzekerheid, laag zelfbeeld, nog niet goed wetend waar ikzelf voor sta.
Neen, ik was niet echt het type dat gepest werd of echt zwaar buitengesloten werd, maar ik was ook niet Miss Popular en bleef tijdens de sportles (iedereen herinnert zich wel het “kiezen” van een ploeg, tijdens het balsporten) steevast als laatste (of toch voorlaatste) “over”, omdat men me liever niet in de ploeg had. Ik was weinig sportief of atletisch, dus ze hadden eigenlijk wel gelijk, ook al was het telkens opnieuw een teleurstelling als ik samen met de andere laatste, als “leftover” bij een ploeg gedropt werd, die duidelijk niet happy waren met mijn “toegevoegde waarde”. Ook was het niet echt “cool” dat ik – althans in de lagere school – behoorde tot de 4 leerlingen in mijn jaar die protestantse godsdienst volgden en niet zoals “de anderen” gewoon zedenleer of katholieke godsdienst. Ook het feit dat ik later in het 3de of 4de middelbaar bij die 7 was die Latijn-Griekse deden - daar waar het gros koos voor Latijn-Wetenschappen – maakte van me toch wel een ietwat geïsoleerd wezen, dat, net zoals Lena in de film – op zoek was naar aandacht en waardering. Sommige stukken waren dus best wel herkenbaar op een soms confronterende manier.
Wat het pesten betreft waren de tijden toen anders en ging het meestal om wat uit de hand lopende plagerijen, maar ik denk niet dat er echt “slachtoffers” gemaakt werden door mobbing en het willekeurig uitsluiten van mensen. Het zou op onze school ook niet getolereerd worden, toch wel een eliteschool die verdraagzaamheid hoog in het vaandel droeg en waar kinderen van alle (EU-)nationaliteiten samen zaten.
In het middelbaar zat je dan nog met de stijgende hormonen, puberale geldingsdrang (vooral dan bij de jongens), hier en daar wat haantjesgedrag en stoer-doenerij. Het was ook de tijd van de Delsey-koffertjes, die dienst deden als (veel te zware) boekentas, waar je quasi heel je schooltijd mee doorkwam en die dus een veel duurzamere investering waren dan de rugzakken, die de kinderen nu meezeulen. Wij hadden een “attaché case” mee naar school van Delsey of Samsonite. Want, het was ook de tijd van het snobisme (jaja, de Millets en docksides en truitjes van Donaldson), waar ik nooit aan deelgenomen heb, omdat mijn ouders daar gewoonweg niet aan meededen en ikzelf me ook niet echt kon vinden in die pseudo-uniformisering binnen een vrije schoolomgeving.
Die “boekentassen” dienden we dan weg te zetten in rekken op de speelplaats, die eigenleek meer een groot bos was, dan wat anders. De school in Keerbergen profileerde zich niet voor niks als “school in het groen”. Tijdens de speeltijd had je dan ook je spullen niet zo in de gaten als je met vrienden tussen de bomen door kuierde. Toen ik na het belsignaal dan mijn boekentas ging halen, bleek dat de sloten gesprongen waren en dat er vuile voetafdrukken op stonden. Iemand had de koffer dus platgelegd en was erop gaan springen. De tranen schoten me in de ogen, omdat ik wist hoeveel geld dat onnozele ding gekost had en gewoon omdat ik me geviseerd voelde. Eens in de klas bleek dan nog dat mijn pennenzak opengehaald was en dat mijn potje Tipp-ex doelbewust was opengeschroefd en leegegoten in de boekentas.
Stoer-doen is echter niet leuk als je er geen “reclame” rond maakt en ik wist dan ook dezelfde dag nog wie de “grappenmaker” was. Want, hij vond het onnoemelijk grappig dat hij erin geslaagd was mijn koffer open te krijgen en er voor wat Mayhem te zorgen. Hij was een jongen die al sinds de 1ste kleuterklas bij me op school zat en in het lagere onderwijs nog bij me op protestantse godsdienst had gezeten. Hij was een Keerbergse “local” en dus geen diplomatenkind van één of ander EU-ambtenaar, maar een “gewone kerel”, net zoals ik maar een gewone meid uit het landelijke boerengehucht Grasheide was, ook al had ik niet de Belgische nationaliteit en werd ik niet naar Vlaamsche traditie grootgebracht.
Ik vertelde ’s avonds thuis wat er gebeurd was. Het was een vrijdagavond. Ik zat thuis te huilen van machteloosheid, voelde me vreselijk slecht en was écht bang van die kerel. Bang om maandag terug naar school te gaan, niet wetende welke leuke aardigheid hij dan voor me in petto zou hebben. Mijn vader had het niet op emotionele uitingen van pijn en verdriet en vroeg me zakelijk kordaat wie die boekentas-ravage had aangericht (terwijl ik de opgedroogde Tipp-ex zat los te peuteren en probeerde te redden wat er nog te redden viel) en of ik wist waar die kerel woonde.
De dag erop, zaterdagochtend, stapte ik vreselijk bang bij mijn vader in de wagen. We reden naar Keerbergen. Ik moest hem het huis aanwijzen waar “hij” woont. Ik kromp in elkaar in de wagen… We stopten aan het huis en mijn vader (een grote imposante man van boven de 100 kilo met handen als schoppen) belde aan. De frêle moeder van mijn klasgenoot opende de deur. De 2 praatten enkele minuten en ik zag hoe ze haar zoon riep en iets later de deur sloot. “Zo, dat is ook weer opgelost”, zei m’n vader en vertelde me dat de moeder (die al wel het één en ander gewend was van haar zoon, die wel vaker “streken” uithaalde) haar zoon bij zich had geroepen en de wieltjes van zijn skateboard gedurende een maand had geconfisceerd.
Ik heb op school nooit meer last van hem gehad en we werden zelfs redelijk goed bevriend. Nu nog, een jaar of 23 later, zijn we bevriend op Facebook.
Zo loste je dat toen op. Er was geen ruimte voor pesterijen.
Ondertussen, in het hier en nu, moet ik vaststellen dat “zoon nr 2”, 9 jaar, de laatste weken “anders dan anders” is…
Sinds een 3-tal weken heeft hij het “moeilijk” als hij thuiskomt en ook in het Naschoolse opvang heeft hij het tegenwoordig “lastig”. Thuis is hij gesloten, soms nukkig, enorm opvliegend, misselijk, lusteloos en reageert hij zich soms “out of the blue” af op mij, zijn broers of op de begeleiders in het Naschoolse opvang. Hij praat soms helemaal niet meer, klapt compleet dicht, weigert deel te nemen aan het gezinsleven, zondert zich af, enz. zodat ik (en ook zijn vader en echtgenote) me toch wel wat zorgen maakte over hem.
Na lang aandringen en “graven” brak hij 2 weken geleden in huilen uit en vertelde ons dat hij gepest werd op school. Meer bepaald zou hij door een vriendje uitgelachen worden en zou die jongens als mijn zoon aan het spelen is met andere kameraadjes, deze overhalen mee met hem te gaan voetballen, doch wordt mijn zoon hierbij uitgesloten en blijft alleen achter en wordt uitgelachen door die jongen o.a. omwille van zijn gebrekkige voetbalvaardigheden, gezien bij die “pester” zijn leven rond voetbal draait. Dit verhaal werd ons door onze oudste zoon bevestigd en heeft “zoon nr 2” – los van elkaar - zowel bij mij thuis als bij zijn vader thuis verteld. Ik had hem 2 weken geleden al gevraagd of ik hiervan op school melding diende te maken, doch hij wilde dit niet en wenste af te wachten of het zou beteren...
Gezien ik de mama van dat schoolkameraadje goed ken (we gaan op 1ste en laatste schooldag al sinds jaren samen met enkele andere mama’s terrassen en ik heb zelfs al eens een namiddag bij haar thuis in de jacuzzi doorgebracht) heb ik haar dan ook gebeld om te vragen of:
- Zij weet heeft van enige ruzie of enigheid tussen de jongens
- Zij eens bij haar zoon kan polsen wat er juist aan de hand is, gezien de mijne weinig “lost” hierover
- Zij eens kan navragen of er sprake is van actie-reactie en mijn zoon misschien zelf iets gedaan heeft wat deze situatie veroorzaakt heeft (gezien ik altijd uitga van het feit dat elk verhaal zijn 2 kanten heeft en ik graag ook “de andere kant” eens wilde horen, daar ik niet uitga van een basishouding “eigen kind, goed kind”, maar ook zelf wil weten hoe de vork aan de steel zit en zelf ook ingrijp als mijn eigen kind enige verantwoordelijk draagt in zulke situaties)
- We dit als ouders samen met de kinderen onder ons kunnen oplossen, voor het welzijn van de kinderen
Ze zou dit met haar zoon bespreken en me terugbellen, wat ze 10 minuutjes later ook deed. Haar zoon (enig kind en toch wel behoorlijk verwend sterrenvoetballer-in-wording) was zich van geen kwaad bewust, wist niet waarover het ging (“hij speelt altijd voetbal met zijn vriendjes en heeft geen ruzie met je zoon”) en zat te huilen en “was in shock” volgens zijn mama en zij gelooft hem hierin, “gezien hij nooit oneerlijk is”.
Vervelender nog dat de vader des huizes, me vanop de achtergrond minutenlang met verheven stem extreem zwaar en aanhoudend begon “uit te kafferen” (andere woorden zijn er nu eenmaal niet voor), terwijl er op geen enkel moment beschuldigingen geuit werden of zware taal gesproken werd van mijn kant uit, maar ik dit met de moeder als 2 mama’s op een volwassen en rustige manier “intern” wilde oplossen voor het welzijn van de kinderen. Helaas denken zij daar blijkbaar anders over als ik mag afgaan op de scheldtirade die ik van de vader te verduren kreeg...
Mijn zoon heeft het sowieso sinds september moeilijk sinds het overlijden van zijn grootmoeder en is nu extra vatbaar voor zulke zaken. Het is uiteraard niet de bedoeling dat er “eieren onder hem gelegd worden”, gezien wij hem ook graag willen zien opgroeien tot een weerbaar en zelfredzaam kind, maar het kan niet de bedoeling zijn dat hij tegen zijn zin naar school gaat en liever in de klas blijft dan uit te kijken naar de speeltijden, noch dat hij er letterlijk ziek van wordt met misselijkheid, overgeven, bleekheid en angstzweet op zijn voorhoofd. Ik stelde ook vast dat hij op 2 toetsen behoorlijk zwakker had gescoord dan we van hem gewoon zijn. Allemaal behoorlijk atypisch voor hem, net zoals zijn gedrag van de afgelopen 3 weken.
In het naschoolse opvang heeft het begeleidend team me 2 weken geleden ook al apart genomen om me erop te wijzen dat hij tegen zijn gewoonte in enorm tegendraads is, niet luistert, bokkig is en “wringt”, een tegenreactie na een schooldag, waarvan de gevolgen ook thuis nog duidelijk voelbaar zijn (o.a. weigeren thuis uit de wagen te stappen en zelfs na een kwartier nog in de wagen verschanst te blijven zitten zonder een woord te zeggen over wat er scheelt en pas na lang aandringen dan in huilen uitbarst en het heeft over “pesterijen” op school).
Gezien ik momenteel geen verdere communicatie wens met die familie tot ze zich bij me verontschuldigen voor het ongehoorde gedrag van de vader (yeah, when pigs fly!), hoop ik dan ook dat men er vanop de schoolvloer op kan toezien dat deze situatie terug onder controle geraakt en dat er ingegrepen wordt, mocht er van onterechte en willekeurige pesterijen sprake zijn, van deze jongen of eender welk ander kind. Ik hoop dat ze mijn zoon zijn feel-good gehalte terug wat kunnen opkrikken en heb dan ook een uitgebreide mail naar de school gedaan…
Dit om te vermijden dat mijn zoon op zijn 17de een “Lena” wordt, om te vermijden dat hij te lang met die gevoelens moet rondlopen die ik me nog zo goed herinner uit mijn eigen schooltijd.
En, als dat niet helpt, dan stuur ik mijn ex-man erop af. Want, vroeger, toen hielp zoiets :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten