Gisteren Gaspard Noé’s “Enter the Void” gezien… (een interessante bespreking van de film op: http://www.nu.nl/film/2339242/enter-the-void---gaspard-noe.html) Een vaak psychedelische drugstrip van 155 minuten, knap verfilmd (een hoofdrolspeler die eigenlijk maar een keer of 2 écht in beeld komt en verder de film als grote afwezige of ruggelings gefilmd domineert, prachtige cameravoering met duizelingwekkende beelden vanuit kranen en helicopters geschoten). Ook al is het verhaal flinterdun en zijn de verhaallijnen niet altijd even gedetailleerd afgewerkt, dan nog boeit het achterliggende me… Meer bepaald de toestanden rond sterven en de in de film aangehaalde wedergeboorte.
Uit Wikipedia:
“Het Tibetaans dodenboek (Tibetaans: Bardo Thödol) is de
naam die in het Westen gegeven is aan de vertaling van een deel van een
verzameling van honderden teksten, namelijk het deel over sterven en wedergeboorte. …Naast teksten over de drie bardo's, ofwel overgangsfasen van het sterven en wedergeboorte bevat de verzameling beschrijvingen van de drie andere overgangsfasen: het leven, de droom en meditatie.”
Wij – de mens – hebben 2 dingen met elkaar gemeenschappelijk: we worden geboren en we sterven, daar kunnen we nu eenmaal niet omheen. Al de rest is dat niet noodzakelijk voor ieder mens: het zien, het horen, het proeven, het voelen… Het geboren worden en sterven echter zijn dat – voorlopig althans – nog wél.
Zelf heb ik in mijn leven 1x een “outer body experience” gehad ten gevolge een bijna-doodervaring toen ik dreigde te verdrinken in het zwembad van mijn ouders thuis. Ik was toen 16-17 jaar en 2 vrienden van me zaten wat met me te dollen in het zwembad. Tijdens het spel legden ze een natte handdoek rond mijn nek, trokken toe en duwden me onder, niet beseffend dat ik geen lucht gehapt had. Mijn longen vulden zich vol water en na enkele seconden van paniek werd ik rustig, keek ik vanop de grond van het zwembad naar boven, zag de blauwe lucht en de stralende zomerzon tot ik heel even mijn lichaam verliet. Even later merkten ze mijn blauwe lippen op en het feit dat ik niet leek te ademen en haalden ze me boven, waar ik water begon te hoesten en zwembadwater overgaf tot mijn ganse keel helemaal geprikkeld voelde…
Het was een ervaring die me een korte kennismaking gaf met het sterven, met hoe het voelt als het leven uit je wegglijdt en de paniek die dan plaats maakt voor stilte, rust en, ja, ook berusting.
Net zoals ieder van ons gaat ook mijn moeder dood. Alleen is het in haar geval zo dat dit sterven al 17 jaar duurt en ze allicht het 20ste jubileum van haar stervensproces niet zal halen. Pas 63 is ze en we durven er niet echt bij stilstaan of we haar dat 65ste kaarsje nog gaan zien uitblazen, gewoon omdat we weten dat die kans quasi onbestaande is. Kanker… Borstkanker meerbepaald met uitzaaiingen naar de heupbotten en het borstbeen. Een verhaal dat al jaren aansleept doch behoorlijk onder controle was en nu plots escaleert. De jaarlijkse controle is nu al een 3-maandelijkse geworden met keer-op-keer meer slecht nieuws om te verwerken. De periodes van aanvaarding en relatieve rust hebben nu plaats gemaakt voor een permanent gevecht, een dagelijkse onrust die zich meester maakt en een hoop verdriet om wat komen gaat… en wanneer. Ze ziet af, zoveel is duidelijk. En, dat gegeven begint nu steeds meer mensen uit haar omgeving duidelijk te worden, daar waar ze er de voorgaande jaren een meester in was om te camoufleren, om sarcastisch en ironisch weg te lachen.
Niet dat het voorheen niet allemaal serieus en ernstig was, verre van. Maar, toen was er nog de hoop die verzachtte. Nu is er alleen de wetenschap dat pijnbestrijding de levenskwaliteit een beetje kan verhogen, maar dat therapieën geen ander doel hebben dan te verlichten. Stoppen kan niet meer, alleen nog afremmen.
Ondertussen heeft ze eindelijk in die mate aan de pijn toegegeven dat er een poetshulp mocht komen, die de dingen doet die zij al lang niet meer kan. Ondertussen heeft ze eindelijk haar broer in Zuid-Frankrijk eens bezocht (haar laatste “verre reis” noemde zij het toen al). Ondertussen heeft ze al lang toegegeven dat ze niet meer kan… en eigenlijk niet meer wil… omwille van de ondraaglijke pijn. Leven wil ze wel nog en daarom blijft ze vechten. Maar, vooral dan met levenskwaliteit ipv –kwantiteit. De chemo’s… ze heeft ze geweigerd, voor de zoveelste keer. En, ik ben er fier op dat ze zich verzet heeft tegen deze behandeling die haar fysiek en mentaal breekt, een behandeling die ze al eens eerder doorstaan heeft en die haar 3 jaar levenskwaliteit gekost heeft, maar toen wel haar leven gered heeft, 7 jaar geleden. Dat leven, ze wil het wel nog, maar het hoeft niet kost wat kost gered te worden, als de pijn maar stopt. De bestralingen die vanaf morgen op haar gaan inwerken en haar moe gaan maken zijn pijnbestrijdend en we hopen dan ook dat ze hun werk gaan doen, zodat er alsnog enige vooruitgang geboekt kan worden op het vlak van de leefbaarheid.
Het moet verder, ook al is elke dag verder een dag dichter bij het einde…
Mama, je bent en blijft een straffe madame!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten