maandag 21 maart 2011

169,5…


169,5 dat is de lengte die ik officieel meet – in centimeters - althans volgens het toenmalige PMS (nu CLB) in mijn schooltijd en ik meen ook dat dit meer recent zo bevestigd werd door de bedrijfsgeneesheer.


Niet dat ik ermee bezig ben hoe groot ik ben, gezien de grootte van een mens ook met andere - meer subjectieve - maatstaven gemeten kan worden. Maar, die effectieve meetbare lengte heeft toch al wel enig impact gehad op mijn keuzes…


Als kind was ik altijd al de grootste in de klas. Fijn op klasfoto’s! In die tijd – eigenlijk al zolang ik denken kan – was ik met paarden bezig, terwijl de echte meisjes in de klas “op ballet” zaten. Ik danste dan ook vaak – hen imiterend - door mijn zeer ruime dakkamer, op te tippen van mijn tenen, kuiten opgespannen, rug gestrekt, schouders recht, met één of andere klassiek muziekstuk op de achtergrond. En, ik oefende de spagaat en split en kromde mijn rug in de meest onnatuurlijke bochten, op zoek naar een elegante pose. (Toen wist ik nog niet dat ik later de diagnose “hypermobiele gewrichten” zou meekrijgen en vond ik het dus best wel “cool” dat ik op dat vlak nét iets meer kon dan mijn balletdansende medeleerlingen.) Anderzijds was er ook wel de objectieve vaststelling dat zij vaak kleine, frêle meisjes waren met armen als twijgjes en piepkleine voetjes die ze met gemak in hun “spitzen” gestoken kregen. Ik herinner me dat zo levendig omdat hun spreekbeurten steevast over ballet gingen en ze dan ook hun mooie tule kleedjes en roze spitzen met satijnen knooplinten bijhadden, ter illustratie. Die schoentjes, zo klein en fijn! Daar waren mijn rijlaarzen fregatschepen tegen…


Ik had een stevig beendergestel (wat me al veel botbreuken bespaard heeft), was behoorlijk lang en leefde bovendien op relatief grote voet (een maatje 40-41 op mijn 11de), wat maakte dat ballet misschien toch niet zo ideaal voor me was, als we even buiten beschouwing laten dat ik met de paarden genoeg om handen had en beide sporten/hobby’s ook niet echt praktisch te combineren zijn, gezien de fysieke tegenstrijdigheden die ze met ze zich meebrengen.


De meisjesdroom als balletdanseres heb ik dan ook snel vaarwel gezegd. Ik was gewoon te groot! Maar, de klassieke muziek had wel iets, zodat ik me best wel als operazangeres zag. Van postuur mochten die ook wel wat groter zijn, ook al ambieerde ik niet direct het gevulde figuur van pakweg een Montserrat Caballé met haar imposante klankkast.
Vanaf het ogenblik dat ik de ballet-ambitie had laten varen ben ik dan ook in m’n kamer beginnen zingen. Het klonk ongetwijfeld eerder alsof er een kat vermoord werd, maar ik vond het leuk om te spelen met (toononvaste) hoogtes en laagtes en “alles te geven” wat eruit kwam! Zonder notenleer en “klassieke (zang)scholing” zou daar op lange termijn echter niks van in huis komen. En, mijn huis, dat lag in Grasheide, waar de cultuur en de aangepaste scholing een zeer ruime bocht rond genomen hadden.


Adieu ballet, au revoir opera! Jullie zien me nog wel eens in het publiek zitten, in volle bewondering.


Vanaf toen had ik slechts 2 beroepsmatige dromen meer: non worden of stewardess op een cruiseschip.


Naarmate ik wat ouder werd en mijn toeristische bachelor-studie aanvatte (bij gebrek aan religieuze overtuiging heb ik de droom om non te worden ook maar in de schuif gestoken), kwam er meer vraag om links en rechts eens te poseren voor één of andere (niet-professionele) fotoshoot (meestal voor mede-studenten of pas gestarte fotografen, die één of andere themaopdracht moesten uitvoeren), te figureren in een (reclame-)filmpje(s) (de eerste vraag daarvoor kregen mijn ouders al voor ik 3 jaar werd, voor een babyshampoo- of zeepcommercial) of eens een catwalk te belopen. Niet dat ik zo knap was, maar schijnbaar zagen mensen wel iets in mijn ogen, die mijn moeder’s beste vriendin ooit vergeleken had met die van een koe! Wekenlang was ik door die vergelijking aangeslagen en heb ik gehuild, als kind niet beseffend dat koeien eigenlijk mooie grote ogen met héél lange wimpers hebben en dat dat van die koeienogen als compliment bedoeld was en niet als belediging.


De meeste "opdrachtjes" die ik deed waren vriendendiensten of brachten me een kleine “onkostenvergoeding” op, net genoeg om een broodje en een drankje te bestellen. Want, voor het professionelere circuit was ik te klein! Meer bepaald 0,5 cm om de minimumgrens van 1m70 te halen. Niet dat ik er mijn beroep van had willen maken, maar een leuke hobby en bijverdienste leek het me wel.


Ondertussen flirt ik leeftijdsgewijs stilaan met de 40 en ga ik mijn 4de jaar als Meikoningin in, een symbolische rol die ik speel, waar schijnbaar noch de lengte, noch het postuur en ook de leeftijd er niet toe doet!


169,5 cm… dat is mijn lengte… zonder hoge hakken, die me helpen om de 9 cm tussen té groot en té klein te overbruggen en zelfs een beetje lopen als spitzen! ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten