donderdag 12 mei 2011

Regeltjes...




Mijn ouders - mama een West-Berlijnse en papa uit het Zuid-Oosten van Oostenrijk afkomstig – zijn redelijk vroeg het nest ontvlucht. Papa op zijn 17de al en mama rond haar 19de of zo. Hij trok de wijde wereld in, werkte in Zwitserland, Londen en Berlijn om uiteindelijk, als getrouwd man, samen met haar in België te stranden, nu alweer een jaar of 40 geleden.

België was toen nog een land dat in de verste verte niet leek op regeltjesland Duitsland. In België mocht veel en kon eigenlijk alles, toen. In het dorpscafé zat de lokale politiemacht samen met je aan de toog en maande je aan toch maar voorzichtig naar huis te rijden als je teveel gedronken had. In tijden van verkiezingscampagnes werd de aanleg van stoepen vaak uitgebreid naar meer private opritten en struikelde er ook niemand over als je niet-vergunde “achterbouw” een stevig uit de kluiten gewassen verruiming van je woonhuis bleek. Dit maar om te zeggen dat België een tolerant land was, waar al eens wat “kon”.

Als we in onze kindertijd enkele dagen op bezoek gingen bij oma en opa in Duitsland, dan ging het er enigszins anders aan toe… Je had er de verplichte “Mittagsruhe” (http://de.wikipedia.org/wiki/Mittagsruhe), die maakte dat er tussen 13 en 15 uur geen lawaai gemaakt mocht worden. Concreet wilde dat zeggen dat wij, kinderen, NIET mochten spelen en ons gedurende 2 uren op mijn grootouders hun appartementje stil en rustig dienden bezig te houden, kwestie van geen aanklacht wegens geluidshinder tijdens de middagsrust in de wacht te slepen. En, als je buurman dan toch durfde om zijn boormachine op zondag te bezigen, dan stond binnen de 5 minuten een politieagent aan zijn deur om hem te wijzen op de gevolgen van zijn daden. Je mag het dus gerust vergelijken met de Joodse sjabbat die de onthouding van elke vorm van arbeid verbiedt, alleen is de middagsrust bij wet bepaald en staat ze los van religieuze overtuigingen.

Duitsland (en, jawel, ik heb het dan over het toenmalige WEST-Duitsland!) was dus een écht regeltjesland dat bewoond werd door kommaneukerige kleinburgerlijke regeltjesslaven, die elke letter naleefden, zich niet afvragend wat de (on)zin van bepaalde wetten was. België was op dat vlak voor mijn ouders een ware verademing. Ze genoten van de relaxte sfeer in ons belgenland en hadden het er naar hun zin.

Ondertussen zijn we dus bijna 40 jaar verder en zijn de Duitsers er stilaan aan het achter komen dat bepaalde regeltjes en wetten écht niet meer van deze tijd zijn en dat het ook geen zin heeft om regels op te leggen die tot enige doel hebben dat je er mensen mee ambèteert.

Terug naar België dan… Meer bepaald naar het rookverbod.

Ik herinner me een tijd dat je de trein of bus opstapte en er lustig gerookt werd. In ziekenhuizen had je als patiënt de keuze tussen “rokers-“ of “niet-rokerskamers” (zelfs op de kraamafdeling) en op restaurant werd tussen elke gang een propere asbak pal in het midden van de tafel geplant, langs de botervlootjes en de kraakverse broodjes. In menig woonkamer stond dan ook zo’n vreselijk lelijke gigantisch grote en lompe marmeren asbak en een aansteker, vervat in een kunstig geslepen brok van dezelfde steen en lag er een pakje sigaretten en enkele sigaartjes voor bezoekers op tafel, in die blinkend opgepoetste asbak, bij voorkeur geplaatst op een kanten tafeldoekje.

Er was een bepaalde tolerantie tussen de rokers en de niet rokende medemensen, ook al generaliseer ik hier. Als er een baby’tje in de buurt was en je werd vriendelijk verzocht niet in de buurt van het wiegje te roken (jaja, dat is de tijd dat “Kind & Gezin” van die leuke pancartes meegaf als je bevallen was om je rokende kraambezoekers erop te wijzen dat roken boven een slapende baby toch wel ongezond was) dan paste je je aan de vraag van de ouders aan. En, als er een astmatische kucher mee op restaurant ging dan blies je de rook wel even de andere kant uit, want respect dat moest er zijn! Cafés herkende je aan hun gelige glasgordijnen en aan de blauwe schijn op de vensters, maar niemand scheen zich daaraan te storen. Dat was gewoon zo, toen.

God ja, roken is ongezond, maar dat beetje rook zou ook niet veel uitmaken, gezien we Tsjernobyl ook al overleefd hadden. Tot de voorvechters van een gezonde levenswijze (hoe ik daarover denk staat in een eerder blogbericht: http://discoveringwhatyoubelieve.blogspot.com/2011/03/gezonde-voeding.html) vonden dat het toch wel beter zou zijn als de algemeen behoorlijk gerespecteerde en gehanteerde regels van gezond verstand en beleefdheid in wetten gegoten zouden worden. Want, niet elke roker springt altijd even verstandig om met zijn verslaving en bovendien was nu ook al bewezen dat je van passief roken evenzeer doodgaat. Dat laatste zou allicht een zegen betekenen voor het keren van de vergrijzing in de bevolking, waardoor men minder taksen zou moeten heffen gezien het wegnemen van de druk op de staatskas en men dus de sigaretten terug wat goedkoper kon maken, zodat er meer mensen zouden roken en er nog minder vergrijzing is… Nu ja, ik wijk af!

Wetten en regels dus die het samenleven tussen rokers en niet-rokers in goede en strikte banen zou leiden. Eén lijn, die duidelijk is voor iedereen en die vooral de extreme en niet-tolerante niet-rokers zou kunnen plezieren, gezien ze vanaf nu “iets in handen hadden” tegen de nietsontziende roker, die zich geen bal aantrekt van de beleefdheid en het gezond verstand.

Daar waar ik vroeger nog aan het loket van de bank waar ik werkte rookte, deden we dat nu “uit het zicht”. Er waren genoeg (ketting)rokers op het werk die de invoering van die wetten maar al te onnozel vonden en zich dus “een beetje” aanpasten, door in hun eigen bureel wel nog te roken, maar niet meer pal voor de neus van passagecliënteel. 9 jaar geleden verhuisden we echter, naar een groot kantoorgebouw, waar je dadelijk verwelkomd wordt door een bordje met daarop melding van het betreffende K.B. dat roken in openbare ruimten verbiedt. Toen ik er de eerste dag (na 15 weken bevallingsrust) kwam werken en enorm veel zin had in een sigaret stak ik me even weg in het archief om een sigaretje te roken, waar mijn baas (toen nog een kettingroker) me “betrapte”. *slik* Hij: “Wat doe je daarbinnen?” –Ik: “Euh… Sigaretje roken.” –Hij: “Doe niet onnozel en zet uw asbak terug op uw computer!”

Hier werd dus gewoon lustig verder gerookt… Tijdens meetings (met 4 rokers en 4 niet-rokers) maakte er niemand een punt van dat er gerookt werd, gezien dat al altijd zo geweest was. Maar, ondertussen (sinds 2 jaar) zijn 3 van de 4 rokers hier gestopt met roken… en schiet ik dus over. De asbak op de computer is langzaamaan terug naar het archief verhuisd, waar ik af en toe nog steeds “stiekem” een sigaretje opsteek. Niet omdat mijn collega’s er aanstoot aan nemen, maar gewoon omdat het niet mag. Nu ja, ik zit hier 90% van de tijd helemaal alleen, gezien ik geen collega’s in de zin van het woord heb. Klanten komen hier niet en vaak zie ik de ganse dag niemand hier. Ik stoor met mijn roken dus niemand en breng met mijn passieve rook geen gezonde longen in gevaar, die van mezelf buiten beschouwing gelaten, die 25 jaar na mijn 1ste sigaret nog steeds op 120% longinhoud van een niet-roker staan. Maar, het mág dus gewoon niet, is verboden…

Mijn ouders, die beiden roken, verkiezen het ondertussen om niet meer teveel “op verplaatsing” te gaan (dankzij de invoering van de verstrengde wet op roken in horecagelegenheden, van kracht binnen 6,5 weken) en gaan voor champagne en hapjes op hun eigen terras, de asbak in het midden van de tafel en mijmeren over een tijd dat in België nog veel mocht en alles kon…

Een samenvatting van de "regeltjes" mbt roken kan je nalezen op:
http://www.pro-safe.be/p/D4EB5E22EB773A96C12571E100323014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten