donderdag 4 november 2021

Kerstspecial

En dan krijg je plots de vraag of je ergens volgende week een gaatje in je agenda kan vrijhouden om te praten over "levenskunst"...


De "kerstspecial" van Magie.Zien, hét online magazine over levenskunst in Limburg, is er!

Ik had recent een heel fijne babbel met bezielster Emily Puck over levenskunst, fotografie en het niet uitstellen van je dromen.

Je kan het nalezen vanaf pagina 28.

Maar, sla zeker de ervoor komende en volgende pagina's niet over, want er komen zoveel interessantere mensen aan het woord...

Enjoy!



e kan alles hier nalezen: Kerstspecial Magie.Zien


zondag 8 augustus 2021

The Circle of Life

The Circle of Life 

8 augustus 2011

 
(Deze kwam ik laatst tegen, geschreven op 8 augustus 2011, 1 maand en 3 weken voordat mijn mama overleden is. Te mooi om hier niet neer te schrijven.)


Het snel vorderend verlies van mijn moeder – ja, verliezen is een proces – doet me de laatste tijd stilstaan bij het eigen moederschap, maar laat me ook stilstaan bij mijn eigen grootouders.
En, grootouders had ik zat! Aan moeders kant had ik een biologische oma en haar jarenlange vriend “Opa Peter” (mijn echte opa is in het na-oorlogse Berlijn tijdens de heropbouw van de stad op een landmijn terecht gekomen tijdens wegwerkzaamheden toen mijn mama 5 was, zo ergens in ‘52. Decennia lang was oma alleen, tot ze eind jaren ’70 Peter leerde kennen met wie ze samen was tot aan zijn dood.)
In Oostenrijk had ik 2 paar grootouders zitten, te danken aan het feit dat papa zijn ouders gescheiden zijn toen hij een jaar of 6 was. Oma is 2x hertrouwd (jawel, ze had er in totaal 2 scheidingen opzitten toen ze haar laatste man leerde kennen, die ik als “opa” gans mijn leven gekend heb). Papa’s vader is na zijn scheiding een 2de maal getrouwd met een andere “oma”, de enige van de bende van 6 grootouders die ik gekend heb die nu nog leeft. Want, de afgelopen 6 jaar heb ik al mijn biologische grootouders weten sterven. Mama’s moeder en papa’s vader vorig jaar nog.

Nu mijn mama aan het aftellen is besef ik dat ik mijn grootouders amper gekend heb. Wij zijn opgegroeid in België en zagen hen ongeveer 1x/jaar, als wij ben hen op bezoek gingen of zij bij ons, wat de laatste jààààààren amper nog gebeurde. Ik heb mijn grootouders sinds ik zelf kinderen heb, pakweg de laatste 10 jaar, dan ook maar een keer of 2-3 meer gezien. De afstand was te groot en de behoefte om met een auto vol kinderen er naartoe te rijden was er eigenlijk niet.

Ook mijn moeder besefte dat en wilde voor haar eigen kleinkinderen – 6 ondertussen – een “andere” oma zijn, dan hetgeen wij gehad hebben. Ze wilde dingen met hen ondernemen, een “zotte oma” zijn bij wie ze terecht konden, een oma waar ze konden logeren en die hen dingen zou vertellen over lang vervlogen tijden. Dat is ook één van de redenen dat mijn ouders in Hasselt zijn komen wonen 6 jaar geleden, ook al speelde haar achteruit gaande gezondheid ook in de verhuis mee: ze wilde dichter bij haar kinderen wonen, om ons toe te laten haar in geval van hospitalisatie toch te kunnen bezoeken.

Laatst hadden we het – zoals wel vaker – over het dood-gaan en dat ik voor haar wens dat de Dood haar snel komt halen, zodat er eindelijk een einde komt aan haar lijdensweg, maar dat ik dat egoïstischerwijze liever toch niet al te vroeg wil zien gebeuren. “Je bent toch al groot en hebt me niet meer nodig”, zei ze. Maar, ongeacht mijn leeftijd blijft het mijn mama en wíl ik haar gewoon niet afgeven. Toen pinkte ze een traantje weg, vertellend over haar kleinkinderen, voor wie ze zooooo graag méér wilde zijn. Haar taak als ouder ziet ze dus als geslaagd, maar – in haar ogen – heeft ze als grootmoeder gefaald, doordat de ziekte teveel beslag heeft gelegd op haar zijn en wezen. Onzin natuurlijk! Ze is – in die korte tijd dat mijn kinderen haar bij zich gehad hebben – een fantastische oma geweest. Zeker in vergelijking tot de grootouders-op-afstand die wij gehad hebben en waar we enkel een uitgesproken genetische band mee hadden en in veel mindere mate een emotionele. O.K., ik lijk fysiek sterk op mijn grootmoeder langs vaders kant en misschien lijk ik – als enige gescheiden familielid – karakterieel ook wel wat op haar, maar heb ik haar écht gekend? 

Ja, ik heb heel veel mooie herinneringen aan al mijn grootouders: het piepkleine appartementje waar oma schnitzels stond te bakken als we na een lange reis bij hen thuis aankwamen, de liefdevol samengestelde pakjes uit Duitsland die we van mama’s moeder kregen voor onze verjaardagen en met kerst en Pasen, de frambozen en de grote notenboom bij papa’s vader thuis en de geur van versgebakken notengebak. Want, laat dat duidelijk zijn: met de grootouders an sich was er niks mis, maar de afstand belemmerde een emotionele band. En, ja, ook de voorgeschiedenis van mijn ouders en grootouders zat er allicht voor iets tussen dat andere kleinkinderen (uit de nieuwe huwelijken van mijn grootouders bvb.) die dichterbij woonden toch een streepje voor hadden. Want, ik heb slechts 1 “volwaardige” oom (broer van mama), de rest – toch wel 3 stuks – zijn halfbroers van mijn vader, ontstaan uit harmonieuzere én blijvende huwelijken, zodat hij als enige zoon uit dat eerdere korte huwelijk eerder een herinnering was aan een ver verleden, dan dat hij hun oogappel was. Nu ja, dit allemaal uit de doeken doen, brengt ons naar de jaren ’40 en doet er nu niet meer toe, wegens dood en begraven.

De laatste oma is nu dus een dik jaar geleden gestorven, mama’s moeder. En, zijzelf zal dit jaar volgen. De volgorde klopt dus wel, want mama was zo bang dat ze voor haar dementerende moeder zou sterven en dat deze laatste niet zou beseffen wat er gebeurd was. De volgorde is dus prima, maar de timing niet. Mijn moeder had verdomme nog 20 jaar mogen meegaan, voor mij, mijn zus en onze kinderen. Ze verdiende het om te bewijzen dat zij een zotte oma kon zijn, net zoals ze een zotte mama voor ons was… voordat de kanker zich meester maakte, 18 jaar geleden. Zelf heeft ze gedaan wat ze kon, gevochten, gestreden, zich verzet en volhard in het blijven leven. Maar, de kracht is er niet meer, alles is op.

Mijn kinderen zullen het dus de komende jaren moeten stellen met de goede herinneringen en de verhalen die ik hen vertel over hun super-oma, terwijl ook ik moet verderleven met het gebrek aan grootouders en het moet stellen met de verhalen die me vroeger verteld werden, omdat er op papa na niemand meer gaat overschieten om me die verhalen te vertellen…

Weldra ben ik dus (samen met mijn zusje) een halfwees, die al haar zorgen en liefde gaat storten op haar eigen kroost en haar overgebleven vader (net zoals mijn zusje) en die later een zotte oma wil zijn voor haar kleinkinderen en nu een zotte mama wil zijn voor haar eigen kroost…



woensdag 4 augustus 2021

Persephone, ook Kora genaamd...

 In 1885 schreef Albert Verwey (Nederland, 1865-1937) als amper 20-jarige Persephone. In datzelfde jaar werd hij trouwens geschilderd door een vriend, Jan Veth. (Het schilderij kan je bewonderen in het Stedelijk Museum in Amsterdam)



 

Albert Verwey maakte deel uit van de Tachtigers. Albert, de jonge dichter en zoon van een meubelmaker, was er een toonaangevende figuur. De Tachtigers propageerden in de jaren 1880 vernieuwende en voor die tijd controversiële opvattingen over kunst en literatuur, stoelend op het l'art pour l'art-principe. Ze zetten zich daarmee nadrukkelijk af tegen de oude garde in de Nederlandse literatuur, die als zielloos, moralistisch en ingedut werd afgedaan. 


Ik leerde een deel van het gedicht Persephone op de middelbare school en het is altijd blijven hangen. Want, Persephone, dochter van dochter van Demeter, de godin van de landbouw en het graan, en de oppergod Zeus én zelf godin van het dodenrijk en van de lente, wordt ook wel “Kora” genoemd en is dus mijn voornaamgenote.

 

Niet alleen omwille van haar naam, maar ook omwille van het verhaal dat erachter schuilt, is dit werk van Albert Verwey allicht één van mijn favorieten. Persephone/Kora ligt namelijk aan de basis van de lente en de zomer. Laat dat nu mijn 2 favoriete seizoenen zijn.

 

Wikipedia leert ons:

“Demeter hield geweldig veel van haar dochter en waakte over haar als een moederkloek. Maar toch werd Persephone ontvoerd, juist toen ze bloemen plukte in het veld. Hades, de god van de onderwereld en heerser over de doden, kwam met paard en wagen op uit een kloof in de schoot van de aarde en trok haar op zijn wagen. Persephone riep om hulp, maar het mocht niet baten: ze verdween met hem in de duisternis.

Demeter stortte zich in een diep verdriet. Na lang gezocht te hebben op aarde ging ze ook de sterrenbeelden af, daar vroeg zij aan Hélice of zij haar dochter niet gezien had. Deze gaf als antwoord dat Helios alles gezien had, en gaf daarna zelf het antwoord al: Persephone is in de onderwereld, bij Hades. Demeter was volkomen machteloos en in haar treurnis over het verlies bracht ze een dorre winter op aarde en veel mensen leden hongersnood.

Toen het al te erg werd, gebood Zeus zijn broer Hades om Persephone aan haar moeder terug te geven. Hades stemde toe, maar Persephone moest nog één avondmaal eten en daar at ze zes granaatappelpitjes. Als er eenmaal iets in het dodenrijk is gegeten, kan men niet meer terug. Voor elke pit die ze gegeten had moest Persephone een maand naar hem terugkeren. En zo gebeurde het dat zij elk jaar in de lente en een deel van de zomer, het groei- en bloeiseizoen, bij haar moeder was en daarna weer terugging naar de onderwereld, naar Hades. Met Persephone kwam dus elk jaar de lente op aarde, en sprak men van de Anodos van Persephone. De mythe van Demeter, Hades en Persephone kan zo gezien worden als de Griekse verklaring van het ontstaan en voortduren van de seizoenen.”


Ikzelf, Cora, duik elk jaar vanaf eind september tot aan het begin van de lente in een winterdip, bij Hades, die me elk jaar opnieuw dieper wil meesleuren. En in de lente herleef ik, tezamen met de bloesems.

Het is nu zomer – ook al voelt het zo niet – zodat ik nog eens een fragmentje van Albert Verwey erbij neem.

 

[Persephone.] Voorzang. 

Perséphone, Zeus' en Deméters kind,
Geboren als een bloesem wordt geboren,
Die lieflijk hangende in den lach der zon, 

Geboren als een bloesem wordt geboren,

Die lieflijk hangende in den lach der zon, 

Ontluikt - zijn niet haar voeten in den dauw, 

Die langs de bloemen drijft in Enna's dal 

Speelt zij waar 't water welt en zwemmen daar 

Haar witte leden zacht langs 't gouden zand, 

Of rust zij met de Nimfen aan den zoom, 

Waar zich Rhodeia tusschen rozen bedt? 

Reit zij niet mee aan Afrodites zij,

Terwijl om beider hoofd de bloesem geurt, 

Wier blaad'ren vallen langs de blanke slaap? 

 

...

Kora. 

een zoele zomernoen:

Warm lag de middag, broeiende over 't bergwoud, 

Soms floot in 't volle boschje een enkle vogel 

Allerlei tonen - dan was alles stil;

Want al wat leefde school in koele schaûw; -

Ook Kora: bij een bron lag ze aan den zoom, 

Voorover in het koel en zwellend gras

En geur'ge hyakinthos, vol in bloei,

En lang en langzaam liet zij bloemen vallen

Op 't water, doch zij wist nauw dàt zij vielen. 

 


Meer weten? 

Kijk dan hier voor meer Persephone van Albert Verwey.

 


Oh ja, indien je ooit ergens het boek "Persephone en andere gedichten" van Albert Verwey tegen een goed prijsje ziet liggen, laat het me weten 




donderdag 22 juli 2021

Project A

Op 22 april 2021 viel er – naar dagelijkse gewoonte – één van de vele immo-nieuwsbrieven in mijn mailbox. Ik – net zoals mijn man - ben altijd iemand geweest “die iets heeft met huizen” en die de markt in eigen wijk, stad en regio wat opvolgt. Bakstenen zijn nu eenmaal ons ding. Authentieke gebouwen met een ziel en een verhaal, ook al ben ik niet de handigste en ken ik niks van verbouwen. Mijn aandacht viel dadelijk op een schattig klein huisje, dat via online-veilingplatform Biddit te koop werd gezet met een zeer lage inzetprijs. Want, dat was de afgelopen paar jaren dé vastgoeduitdaging die ik mezelf gesteld had: zoek/vind een leuk (tweede) huisje met tuin onder de 150.000 euro op minder dan een half uur rijden van thuis. (Mijn man bestudeerde dan weer liever het vastgoedaanbod in Frankrijk.)

 

In tegenstelling tot andere huizen die tot in onze mailbox geraakten via de diverse vastgoedplatformen (vaak afbraakrijpe krotten die uit de richting lagen of waar wel iets – vaak veel – op aan te merken viel), wilden we dit huisje wel eens gaan bekijken. We vonden beiden dat het er op foto wel heel erg leuk uitzag. Het had een bepaalde charme en ik zag enorm potentieel om er een klein Engels aandoend brocante cottage op de buiten van te maken mét een weelderige tuin. We doopten het “Project A”. Enerzijds omwille van de gemeente waar het pand lag, anderzijds omwille van de realistische mogelijkheid dat het misschien allemaal ergens in de loop van het voorafgaand proces (bezichtigingen, biedingen, …) allemaal ergens zou stoppen en we dan alsnog ruimte zouden laten voor een later Project B, C, D, enz. zonder dat “Project A” als een faling zou aanvoelen als we ermee zouden (moeten) kappen. Project A was gewoon het begin van een iets concreter “tweedehuisplan”, terwijl het voorheen vooral bij denken en dromen bleef.

 

Na de eerste bezichtiging zouden we dan wel zien of het daar stopte, dan wel zou verdergaan. We gingen uiteindelijk in mei naar alle kijkdagen; maar liefst 6 keer stonden we er op het erf! Elke woensdag en zaterdag waren we present op de kijkdag, kwestie van een bevestiging te zoeken of het dìt nu écht was, maar uiteraard ook om de concurrentie te peilen. We namen een architecte en iemand met kennis van verbouwingen mee, stuurden er een schrijnwerker langs, zetten een aannemer aan het werk met het uitschrijven van een offerte en gingen zelf druk aan het rekenen. In de dagen daartussen werd info vergaard, gingen we met banken praten en wonnen we advies in bij mensen die meer kennis van vastgoedzaken hebben dan wijzelf. We volgden ook enkele online-veilingen van andere panden mee op Biddit, kwestie van de biedingssnelheid en de uiteindelijke te betalen eindprijs een beetje te kunnen inschatten.

 

Op woensdag 2 juni ging een week van online-biedingen om 12:05 ten einde. Want, doordat er nog iemand in de laatste 30 seconden tegen ons had opgeboden werd de deadline met 5 minuten verlengd. Vijf minuten die een eeuwigheid leken en plots eindigden met de melding “hoogste bod”. We hadden er niet op durven hopen, we hadden ons er al enkele dagen bij neergelegd dat het “niet voor ons zou bestemd zijn”, toen we plots het eindbod bleken te hebben behaald. We waren helemaal ondersteboven van de spanning van deze veiling. Ons geluk kon niet op en enkele dagen vergingen als in een opgewekte roes.

 

De maandag erop zaten we na het werk al bij de notaris om de akte van toewijs te ondertekenen en betaalden we de notariskosten. Er startte op dat ogenblik een strikte deadline van 6 weken om de lening rond te krijgen. Want, er zijn geen opschortende voorwaarden bij een aankoop via veiling. Je bod is bindend, net zoals de betalingstermijn van 6 weken. Als je weet dat een lening normaalgezien een 3-tal maanden kan aanslepen, dan is het best een pittige uitdaging om dat in de helft van de tijd allemaal rond te krijgen. 

 

Uiteraard hadden we vooraf al alles in goed orde gebracht en stonden loonfiches, bewijzen, attesten, uittreksel en afschriften netjes klaar in diverse dropboxen. De kredietaanvraag werd ingediend bij de kredietinstelling die ons tijdens onze verkennende zoektocht het mooiste aanbod had gedaan. Een schatter werd met spoed aangesteld en “ons huisje” werd met een vertraging van een week toch vrij snel geschat. Doordat het schattingsverslag echter enkele uren te laat bij de kredietinstelling binnenkwam (deadline voormiddag werd namiddag doordat de schatter het niet sneller had klaargekregen) kwam er nog eens een week extra bij. Want, de kredietinstelling houdt maar 1x per week kredietcomité op vrijdag.

 

We zaten dus juist halfweg de 6 weken-termijn toen we nieuws gingen krijgen. Wat gezien de loongaranties van ons als goed betaalde tweeverdieners met spaartegoeden en de goede schattingswaarde van het huisje een formaliteit bleek, werd plots echter een nachtmerrie. De kredietgever weigerde ons dossier, omdat mijn man voor een Amerikaans bedrijf werkt en vanuit Engeland zijn verloning ontvangt (lang leve de Brexit!). Zijn verloning wordt weliswaar door Partena geregeld en komt in euro’s binnen op een Belgische bankrekening, maar dat deed niets ter zake. Doordat er dus geen rekening meer gehouden kon worden met zijn inkomen, werd het krediet – met uitsluitend mijn loon als waarborg - afgekeurd 3 weken voor de betalingsdatum. Dagen van stress, hartkloppingen, paniek, onrust, huilen en slapeloze nachten! Een half uurtje na dit nieuws zaten we al druk te mailen met andere kredietinstanties, die we in de eerste verkennende fase eind april - begin mei al hadden gecontacteerd om alsnog snel een kredietaanvraag in te dienen en “groen licht” te krijgen voor ons dossier. Want, de notariskosten hadden we al betaald en er was geen weg terug meer. We gingen van een “plan A” bij de eerste kredietinstelling in allerijl in de allerhoogste versnelling naar een “Plan B”, “Plan C”, “Plan D”, enz. Mails, telefoons, bewijzen, attesten, bijkomende uitleg, verklaringen dienden nu naar meerdere spelers tegelijk gestuurd te worden en het werd een helse race tegen de tijd, waarbij niet de beste, maar de snelste zou winnen, gezien de beste (althans zo leek het op dat moment) ons afgekeurd had.

 

Twee weken voor de betalingsdeadline hadden we keuze uit maar liefst drie goedgekeurde kredietaanbiedingen, terwijl er nog enkelen bezig waren met het goedkeuren van ons dossier. Op 12 dagen van de betalingstermijn zat onze zoektocht er dan toch op. Het was een helse rit, die 6 weken om het krediet rond te krijgen. Met 5 banken tegelijk werd er gesproken, onderhandeld, gemaild, gebeld. Extreme druk en stress, die ik niemand aanraad!

 

Als je ons de afgelopen 3 maanden niet of minder gezien of gehoord hebt, als we je verjaardag vergeten zijn, als we niet reageerden op berichten, als we een kort lontje hadden en bot gereageerd hebben, als we minder “onszelf” waren, … dan is dat omdat we op minder dan 3 maanden tussen het ontvangen van een immo-nieuwsbrief en de effectieve beschrijving, een huisje hebben gekocht. 

 

Het huisje is momenteel verhuurd en zal pas later door ons verbouwd worden tot een leuk mini-cottage-op-de-buiten. Maar, het is wel van ons sinds vandaag. (Nu ja, van de bank dus eigenlijk ;-) )

 

Of ik ooit nog een Biddit-veiling met zulke krappe deadlines ga ondernemen, dat kan ik nu nog niet zeggen. Of ik nog eens het avontuur aanga om een huis te kopen en er alsnog een Project B, C of D komt, dat weet ik ook niet. Want, de afgelopen paar maanden én vooral de laatste 7 weken waren op zijn zachtst gezegd heeeeel erg pittig. Samen zijn we erdoor gekomen met veel steun van familie, enkele vrienden en collega’s en ook met de hulp van vakbekwame mensen, die ons door dit hele proces geloodst hebben. Een welgemeend dankjewel aan eenieder die ons geholpen en gesteund heeft. Want, er werd meer dan eens hulp en steun aangereikt, die ons écht wel geholpen heeft om de moed niet te verliezen, de rust terug te vinden op momenten dat we die kwijt waren en ervoor te blijven gaan.

 

Hopelijk kunnen we binnen afzienbare tijd overgaan tot het leuke stuk: het inrichten van de tuin, het opnieuw vorm geven van de binnenkant, het inrichten en het omtoveren van dit leuke huisje tot een knus en gezellig cottage. 


 

“To buy a nice home is to buy a better way of life. To choose a better way of life is to work toward well-being, and isn’t well-being what’s paramount?”

 

P.S. Een extra dankjewel aan Siegrid, Kathleen, Petra en Helga, Klaudia en Nico. Bedankt Aurelie, Jef en Frank. Dank ook aan Andy en Ivo voor het advies. Mijn excuses voor het stalken. Ik hoop dat jullie het me niet kwalijk nemen…

 

woensdag 27 januari 2021

Time flies... als je gelukkig bent samen.

 


Plots zijn er 9 jaar voorbij! N E G E N...

Tijd voor een ode aan mijn lief, mijn man, mijn beste vriend, mijn steun, mijn alles, ... "mijne Walter" (a.k.a. de Wally)

Het afgelopen jaar heeft ons geleerd dat we ook als we 24/7 samen zijn, we het écht wel goed hebben bij/met elkaar. En, dat is altijd al zo geweest. Die 9 jaar samen zijn dan ook letterlijk omgevlogen. Dat mijn man een standbeeld verdient, dat heb ik al meer dan eens tegen hem gezegd. En ik meen dat ook! Want, empathisch als hij is, staat hij altijd voor iedereen klaar. Ook voor mij! Met mij en de kinderen rondrijden in de Wallybus (onze VW-Multivan)... of op heel slechte dagen met me rondrijden in de rolstoel - hij doet het allemaal met de glimlach. 

Samen ontdekten we vrij snel dat we niet alleen onze liefde voor elkaar delen, maar ook die voor brocante, voor interieurs en voor huizen. Samen urenlang naar verbouwingsprogramma's kijken, dromen van een tweede huis hier of elders, op zoek gaan naar bepaalde meubel- of interieurstukken, of zelf samen de handen uit de mouwen steken om van ons huis nog meer een gezamenlijke thuis te maken. Ook de passie voor foto's, voor film en muziek zit er bij ons beiden ingebakken. Er is dan ook niks leuker dan al deze gemeenschappelijke liefdes samen te gieten in een weekendje-weg of een reisje naar onze favoriete bestemmingen in Nederland, Engeland of Frankrijk om daar te genieten van rommelmarkten, huizen en fotogenieke landschappen. Walter organiseert onze tripjes weg tot in de puntjes en maakt van elke uitstap en onvergetelijke ontdekkingstocht.

Er wordt vaak gezegd dat tegengestelden elkaar aantrekken. In ons geval is dat niet zo: wij lijken zo hard op elkaar dat het vaak "spooky" is als we dezelfde gedachten hebben, elkaars zinnen afmaken of helemaal meegaan in de plannen van de ander. Neen, dat is nooit saai, maar maakt van ons een harmonieus geheel. Ruzies zijn ons helemaal vreemd. Op een respectvolle en rustige manier praten we zoveel met elkaar, dat er eigenlijk weinig of niks onbesproken of ongezegd blijft.

Ik zag gisteren op TV het verhaal van een man van 102, die 54 jaar getrouwd geweest was, 7 kinderen met zijn vrouw had en haar toch nooit naakt gezien had. Ze kusten 3x per jaar: op haar verjaardag, op zijn verjaardag en met Nieuwjaar. Wij gaan elke dag tegelijk naar bed (als Walter nog niet kan slapen, dan kijkt ie nog wat TV in bed), zeggen voor het slapengaan altijd nog eens vanuit het hart "ik hou van jou" (je weet maar nooit of je misschien de volgende ochtend niet meer haalt) en kruipen dicht tegen elkaar aan. "Samen uit, samen thuis" is bij ons aan de orde.

Ook zijn we beiden niet goed in "neen" zeggen, niet tegen anderen, maar ook niet tegen elkaar. We remmen elkaar dus niet af, maar laten de ander doen/zijn, ieder met zijn eigen hoekjes en kantjes. Af en toe rolt hij eens met zijn ogen als ik weeral een gek idee heb en gaat hij er in mee, meestal om dan achteraf te zien, dat mijn zotte bevliegingen vaak toch zo slecht nog niet zijn, soms beiden achteraf beseffend dat het misschien toch niet zo'n goed plan was.

Door dik en dun is bij ons best wel letterlijk te nemen: in die 9 jaar gaat ons gewicht als een jojo op en neer, maar blijft de liefde voor elkaar in deze ups en downs altijd even groot. Ik ben verre van de jonge slanke dynamische vrouw die hij 9 jaar geleden ontmoet heeft en hij moet mijn fysieke en mentale dipjes soms vanop de zijlijn aanvaarden voor wat ze zijn. Hij neemt dat er allemaal bij, past zich aan, helpt me en steunt me. En, hij ziet me graag, zelfs op momenten als ik mezelf niet graag zie.

Mijn perfecte match is daarenboven een toegewijde vader én een geweldige pluspapa voor mijn jongens. Hij staat letterlijk dag en nacht klaar voor de hele bende, altijd paraat om het verschil te maken en goeds te doen.

Het enige beangstigende is dat de tijd zo snel gaat, dat er al 9 jaar samen om zijn en dat we niet weten hoeveel jaren we nog samen hebben. Dat is écht hetgeen waar ik vaak mee zit: dat er plots iemand de stekker uittrekt en dat het gedaan kan zijn. Ik hoop dus dat we minstens 100 worden en er nog héél veel gelukkige jaren samen kunnen aanbreien, aan de 9 jaar die we nu op de teller hebben staan. En dan denk ik soms aan Benjamin Button en aan hoe fijn het zou zijn als je je leven in omgekeerde tijdsorde zou kunnen leven, wetende dat "the best is yet to come". Ver van deze fictie maken we dus het beste van elke dag, samen, en houden we van elkaar, onvoorwaardelijk!

Aan de start van ons 10de jaar samen kan ik dan ook alleen maar zeggen dat ik gelukkig ben, met hem, "mijne Walter".


dinsdag 19 januari 2021

Der Tod bedeutet nichts...

 “Die Erinnerung ist ein Fenster

durch das ich Dich sehen kann,

wann immer ich will.“

 


  

Genau vor einem Jahr war ich in Österreich, als unsere Oma im Alter von 93. Jahren von uns gegangen ist, die letzte von meinen 3 Oma’s. Am Anfang von einem neuen Jahr hatte ich sehr viel Arbeit. Deshalb war es mir leider nicht möglich länger als 3-4 Tage nach Österreich zu fahren. Am vorletzten Tag fuhren wir nach dem Frühstück los. Wir haben uns kurz überlegt ob wir einen Abstecher nach Bruck an der Mur machen sollten um dich, Onkel Heinzi, zu besuchen. Da es aber sehr stark angefangen hatte zu schneien und wir am übernächsten Tag wieder in Belgien sein wollten, haben wir uns entschieden den Umweg nach Bruck nicht zu machen, und sind sofort Richtung Salzburg abgefahren, was auf dem Weg nach Hause liegt. 

Wer hätte ahnen können das unser Besuch an euch vor 5,5 Jahren, das letzte Mal sein sollte, an dem wir uns sehen würden? Du bist Papa’s “kleiner Bruder”, der “Burli”. 15 Jahre jünger als er, nur 15 Jahre älter als ich. 

Als Kind fand ich es immer total super einen so jungen Onkel zu haben. Die 3 Wochen Sommerferien auf dem Campingplatz in Jugoslavien jedes Jahr (zusammen Calamari und riesige Pizza essen im Feral in Savudrija), deine Besuche an Belgien (nach Mechelen, Brügge und Brüssel fahren, Rolltreppe hoch und runter fahren in Brüssel und dann zu Mc Donalds, weil es das bei uns in der Gegend nicht gab), die Barbie-Puppen die du uns als Kind geschenkt hast und die Schminkpuppe, wo ich so stolz drauf war. Wir fuhren dann nach Keerbergen in den riesigen Spielzeugladen Christiaensen und durften uns dann von dir was aussuchen. Wenn du zu Besuch kamst, war es immer wie Weihnachten. Nicht nur der Geschenke wegen, sonder einfach nur weil dein positives Wesen uns soviel Fröhlichkeit brachte.

 

Nach Österreich fahren und euch in Bruck besuchen war ein jährliches Ritual. Ein gutes Schnitzel mit Salat von der Oma oder von der Tante Hannelore, stundenlang zusammenhocken, reden, essen, trinken, lachen, zu Fuss in die Stadt gehen und immer rechts und links ein “Gruss Gott, kennen Sie meine Nichten schon, die Kinder vom Herbert aus Belgien?”

 

Dein Zimmer bei der Oma, was immer dein Zimmer geblieben ist, wo deine Spielsachen und später die von der Sabrina standen und in dem wir schlafen durften, wenn wir zu Besuch waren. Die Autohefte auf euerem Klo. Denn, die Auto’s, das war deine grosse Leidenschaft. Die Formel 1, dein Motorrad, die Reisen nach Jugo und Griechenland. Alles Sachen die für immer in unserer Erinnerung an dich verbunden bleiben.

 

Der Herbert, unser Papa. Es ist für ihn als ob eines seiner Kinder nicht mehr da ist. Er war 15 als du geboren bist, ist mit 17, als er im Militär war, mit dir im Kinderwagen herum gelaufen, wenn er mal Urlaub zu Hause gemacht hat. Sein kleiner Bruder, der mit seinen mehr als 1,90 Metern nicht wirklich “klein” zu nennen war und über ihm hinaus ragte. 

 

Eine Woche ist inzwischen vergangen, seit du im Alter von 61 Jahren, viel zu früh von uns gegangen bist. Viel zu früh!!! Du solltest von 2021 dein Jahr machen! Das Jahr deiner offiziellen Pensionierung. 

 

Auch deine Arbeit wird für immer mit dir verbunden sein. Erst bei Kaffee Hag (mit dem roten Herzen), dann bei Gschwandner Süsswaren. Der “Zuckerl-Onkel”, mit der Garage voller Süssem, ein wahrer Traum für Kinder. Sogar meine Kinder, die dich – ausser Ben – nie gesehen haben, kennen dich als der Onkel, der ihnen (über ihre Oma, meine Mama) immer Süssigkeiten mitgegeben hat.  Vor einigen Wochen noch haben wir mit unseren Kindern überlegt, ob wir es nicht doch mal nach Österreich schaffen. Sie wollten dich kennenlernen und mit dir mal zum Red Bull Ring fahren, weil wir ihnen erzählt haben, dass wir vor fast 6 Jahren mit dir mal da waren.

 

Dass du nicht mehr da bist, ist nicht zu fassen. Durch Corona und wegens des Abstandes von 1004,5 Km ist dieser Abschied jetzt auch so anders als er sein sollte. Zu Neujahr hast du uns noch witzigen Corona-Schmäh über Whatsapp geschickt…und noch keine 2 Wochen später sieht alles so anders aus.

 

Du wirst uns fehlen. Du wirst mir fehlen. Soviel ist sicher…

 

 

 

“Der Tod bedeutet nichts
– er zählt nicht.
Ich bin nur nach nebenan gegangen
– nichts ist geschehen.
Alles bleibt genau wie es war.
Ich warte nur auf Euch,
gleich um die Ecke,
für eine kleine Weile.”




 

dinsdag 29 december 2020

2020

 Nu het vreemdste jaar in de geschiedenis van mijn generatie op zijn einde loopt, merk ik dat velen een moment van reflectie hebben om stil te staan bij 2020, in de hoop het te kunnen afsluiten, dit “covid-jaar”. Ik dus ook…

 

Man man man, wat een jaar! Ik weet het, we zouden blij en tevreden moeten zijn… We hebben een warm huis, een volle koelkast en zijn nog allemaal bij relatief goede gezondheid (alleszins tot op heden “coronavrij”), maar toch… Hij overvalt me soms, de (corona)blues. Zeker nu het jaar op zijn einde loopt en we hoopvol vooruitkijken naar een “nieuw jaar”, hangt “de troosteloosheid van het bestaan” als een grauwe schaduw over me. Het besef van die donkere wolk is er en ik doe alles wat ik kan om ze weg te jagen: bloemen kopen, kaarsjes aansteken, lekker koken, genieten van mijn gezin en mijn (t)huis, wat creatief zijn, af en toe eens een leuk online tweedehandskansje scoren op Vinted. Ik doe het allemaal… “Counting my blessings” doe ik dagelijks wel eens een paar keer, op een stil moment. En toch blijft 2020 als een zware steen op mijn maag liggen.

 

Nogmaals, we mogen niet klagen in een jaar dat zo anders was dan anders. Want, het kan altijd veel slechter gaan: je zult maar corona opdoen, ziek worden of er zelfs aan bezwijken, je job verliezen, je rekeningen niet meer kunnen betalen, enz. Neen, ik prijs me gelukkig, heb geen corona gehad, mijn gezin is gespaard gebleven van dat rotvirus, ik heb nog werk (ook al is het maar 2 dagen per week en sta ik de rest van de week op werkloosheid), we hebben loonverliezen geleden aan beide kanten, maar komen nog toe om alles betaald te krijgen, ook al kijk ik niet echt uit naar de gasafrekening dit jaar. (Want, 3 dagen per week extra thuis zitten, is meer warm stoken en energie is geld, zo gaat dat nu eenmaal.)

 

Voor de coronacrisis zijn we enkele dagen met heel het gezin in Spanje geweest, genieten van een heerlijke winterzon onder de palmbomen. Tussen 2 lockdowns in zijn we zelfs een weekje naar Frankrijk kunnen/mogen gaan en we hebben hier en daar wat nachtjes in Durbuy en Nederland gespendeerd afgelopen zomer. Sinds de zomer zijn we echter ook op dat vlak volledig inactief geworden, gewoon omdat de wereld en het virus beter af zijn zonder reizen. 

 

Wat ik het meeste mis? Allicht oprechte spontane hartelijkheid (een knuffel en een kus van vrienden). En, ja, “gewone” communicatie, face-to-face zonder afstand en verdomde mondkapjes. Zo een gesprek waarbij je de andere eens bij de hand kon nemen of een schouderklopje kon geven of eender welke andere vorm van aanraking. Sfeer en gezelligheid buitenshuis in de vorm van een bioskoopavond, een stevig concert of optreden, een brocantemarktje, een cavakletsavond bij/met vriendinnen, onze “social Sundays” waarbij we gewoon random bij vrienden langsreden om te kijken of ze thuis waren, een glas drinken ergens waar het er uitnodigend uitzag of genieten van een restaurantbezoekje, ook al deden we dat laatste voor 2020 ook niet zo heel vaak. Ik mis de “gewoonheid”, het alledaagse, het spontane, … En de overzeese uitstapjes naar Engeland, die mis ik ook. Alle dingen die nu als potentieel “gevaarlijk” of “risicovol” bestempeld worden. 

 

En het vreemde is dat zo stilaan alles van voor 2020 begint te vervagen: de vaste gewoonten die we voorheen klokvast koesterden en die als wederkerende gekleurde blokjes in de agenda kleurden, de spontane dingen die we al eens deden, zonder dat er een agendablokje voor was voorbehouden… Ja, ik mis dat! 

 

Om dan nog te zwijgen van het knuffelen van pakweg mijn zus en haar gezin, van lieve vrienden die ik zo ontzettend mis. Ik stel ook vast dat ik sociaal incapabeler word: het begint bij de vreemde begroeting waarbij de hartelijke handdruk, knuffel of kus ontbreekt. Zelfs tijdens een gesprek blijf ik die anderhalve meter afstand en dat mondmasker onwennig vinden, omdat ik blijkbaar in het verleden toch fysieker met mensen omging, dan ik altijd dacht. Ik droom soms zelfs dat ik mensen spontaan “vastpak” om me dan in mijn droom bij hen te verontschuldigen voor de ongepaste aanraking, die mogelijk besmettelijk kan zijn.

 

Natuurlijk heb ik genoten van het “thuis zitten”, ook al hield dat in dat ik er minder door verdiende en mijn collega’s miste. Het is fijn om met een goed boek op de bank te liggen zetelen of op een weekdag de strijk erdoor te jagen met een leuke film op TV. Het is ook tof om te “onthaasten”, niet meer altijd zo te moeten jagen en geleefd te worden. Het boezemt me dan ook angst in dat de hernieuwde instap in die gejaagde mallemolen me snel weer gaat overvallen en meesleuren… Het lijkt alsof 2020 me wat van mijn dynamiek en veerkracht heeft genomen. Doordat de rek zo plots, zo hard en zo lang gespannen heeft gestaan, is de elasticiteit er een beetje uit, vrees ik.

 

2020 was ondanks de omstandigheden, zeker niet “slecht”. (We hebben een warm dak boven ons hoofd, genoeg te eten en zijn gezond!) En, ja, ik word ook écht oprecht blij van lieve buren die aan me denken, vrienden die voor de deur stoppen om te kijken hoe het gaat, mensen die lieve kaartjes in de brievenbus droppen of plots met een onverwachte kleinigheid in de hand komen aanbellen. Ook mijn gezin (mijn man, mijn zus en haar gezin, mijn kinderen, mijn ex-man en zijn vrouw én hun heerlijke kleuter) blijken een enorme steun, die me – vaak onbewust – door de moeilijke momenten uit helpen met hun oprechte liefde. Als ik dus iets van 2020 meeneem, dan zijn het die – soms onverwachte – blijken van genegenheid, vriendschap en liefde die voorheen misschien “normaler” waren, maar nu een extra dimensie krijgen in én geven aan dit vreemde jaar.

 

Het is dus allicht vreselijk pretentieus om “meer” te willen in/van het leven, om te verlangen naar alles wat 2020 niet had of kon, terwijl we toch ook wel zoveel moois in de plaats hebben gekregen.

 

Wat ik verwacht van 2021? Heel eerlijk? Ik verwacht dat de eerste jaarhelft sowieso een 2020-bis gaat worden, dat er bakken vol stress op de loer liggen, dat die donkere wolk niet zo snel overwaait… Pessimistisch? Een beetje wel. Realistisch? Allicht ook. Ik ben het geloof in (positieve) “verandering” een beetje kwijt en heb moeite om te kunnen volgen in alle (negatieve, ongekende en ongeziene) veranderingen die 2020 in petto had.

 

Afwachtend zullen we dus zien wat 2021 brengt. Hoopvol vooruitkijkend en ondergaand wat we niet kunnen veranderen.

 

P.S. Kan er iemand me wakker maken als het terug de moeite is?...






Mijn 2020 in enkele foto's: