zaterdag 11 januari 2020

Familiefeest…




Ik heb dat als kind nooit gekend, familiefeesten. 

Niet dat we geen familie hadden! Integendeel zelfs. We behoorden tot de weinigen, die maar liefst 3 paar grootouders hadden, diverse ooms en alles wat daar dan nog zo bijkwam: tantes, neven, nichten. En er was zelfs nog contact met ooms, tantes, neven en nichten van mijn ouders. Best een hele bende.

Maaaaaaaaar, zij woonden in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk, terwijl we de enigste “Belgen” in ons gezin waren. Nu ja, échte Belgen waren we niet en zullen we allicht ook nooit worden, maar we hadden het als buitenlanders niet slecht, op af en toe eens een schuine opmerking over onze afkomst na. (Als kind word je niet graag afgesnauwd als “die van den Duits!”)

Dus, mijn mama was een Duitse, een West-Berlijnse om precies te zijn. (Dat verschil was belangrijk toen, of je uit het Oosten of Westen kwam.) Mijn papa kwam dan weer uit het Zuid-Oosten van Oostenrijk. Niet dat de geografische ligging daar van enig onderliggend (politiek) belang is, maar het geeft wel aan dat hij eerder uit de richting van toenmalig Joegoslavië kwam, dan van de kant die tegen pakweg Zwitserland of Duitsland aanleunt. Mijn papa had op zijn beurt dan weer wel een pak familie in Tirol, waar mijn overgrootouders begraven liggen in het mooie Kitzbühel. Mijn overgrootvader was er postbode, als ik me niet vergis. Ik heb daar zelfs nog achternichten zitten, die me dankzij Facebook en Instagram een blik gunnen in hun leven aldaar.

In Berlijn hebben we geen familie meer. Mijn mama had er alleen haar eigen moeder en een broer. Haar tantes, ooms, neven en nichten woonden elders. Toen mama 20 was en haar broer 21 besliste mijn oma om haar jongvolwassen kinderen in Berlijn “achter te laten” en naar 300 kilometer verderop te verhuizen. Het was in Berlijn dat mijn mama uiteindelijk mijn papa ontmoette. Mijn oom, mama's enige broer,  ging in Frankrijk wonen, eerst in de Elzas en nu woont hij al enkele decennia in de buurt van Cannes in het Zuiden.

Mijn papa hield op zijn beurt het katholiek bekrompen Oostenrijk in de jaren '60 van de vorige eeuw al vrij snel voor bekeken. Hij ging op zijn 17de naar het leger en trok dan de wijde wereld in. Hij woonde eerst enige tijd in Londen (en overreed er ooit op een haar na Paul Mc Cartney voor de muziekstudio en had zo de muziekgeschiedenis kunnen bepalen, maar dan was ik er allicht nooit gekomen) en trok dan naar Oost-Duitsland om ergens eind jaren '60 in West-Berlijn te gaan rondhangen en daar mijn mama tegen te komen. In '70 trouwden ze in het Stadhuis van Berlijn-Tegel (althans dat denk ik). 

Ze verkasten naar het Zwarte Woud. papa ging in Zwitserland werken, mama kreeg 2 miskramen. Het werk deed hen naar België verhuizen, waar ze een jaar of 2 in Tremelo in een huurhuis woonden, om dan in Grasheide een oude langgevelhoeve van meer dan 100 jaar oud te kopen en op te knappen. In '74 kwam ik, in '77 mijn zusje. Met z’n 4-en waren we! Onze “familiefeesten” zouden tot aan mijn huwelijk en dat van mijn zus en onze eigen gezinsuitbreidingen nooit meer dan 4 personen tellen. In een dorp als Grasheide kon iedereen wel op de ene of andere manier familiaal aan elkaar gelinkt worden. Familiefeesten vonden er in de parochiezaal plaats, waar dan gelijk het ganse dorp aanwezig was. Ik vond het soms sneu dat wij “alleen” waren en was best jaloers op al die Vlaamse kinderen uit het dorp, die allemaal 1 leuke familie leken.

Onze vakanties bestonden in die tijd, toen onze vriendjes naar de zee of de Ardennen op verlof gingen, dan weer wel uit (voor die tijd verre) reizen naar Duitsland, Oostenrijk of Frankrijk om de gemiste familiefeesten gefragmenteerd in te halen. Gezellige onderonsjes (met veel en goed eten en sloten drank) bij de oma’s, opa’s, grootooms, achternichten en andere verwanten waren als kind niet altijd even spannend, maar achteraf bekeken was het wel leuk. Ik hoorde van mijn nicht dat net die afstand maakt dat wij (de Belgische tak van de familie) met de meeste familieleden contact hebben en houden. Terwijl zij in Oostenrijk allemaal in hetzelfde dorp wonen, weet de ene er vaak niet wat er bij de andere gebeurt. Zij vinden het niet zo speciaal, omdat zij het gegeven van een grote familie van verschillende generaties gewend zijn.

Ik ben daar een pak emotioneler in. Ik kende als kind Allerheiligen niet in de praktijk, want wij hadden niemand op het kerkhof liggen. Ik wist niet hoe het voelde om met iemand in de klas te zitten, die je neef of nicht is. Ik kende oma’s alleen als mensen die hééééééél ver weg wonen en die pakjes sturen voor verjaardagen, Kerst of Pasen. “Grootouderdagen” op school waren vreemd voor me, want ik had geen oma’s en opa’s in de buurt die gauw even konden langskomen op school. Ook "communiefeesten" (of in ons geval "lentefeesten", gezien we niet katholiek zijn) kenden we niet: we gingen met mama en papa uit eten.


Je had nog geen Whatsapp en Facetime of andere technische mogelijkheden om dagelijks contact te houden, telefoneren naar het buitenland was heel erg duur en ik herinner me nog goed hoe boos mijn vader werd als hij weer eens een veel te hoge telefoonrekening kreeg als mijn mama urenlang naar Duitsland had gebeld om bij te praten met haar moeder of haar Duitse vriendinnen.

Oh ja, nog even over die oma’s en opa’s. Ik had dus 3 paar van elk! Aan de basis daarvan ligt mijn vaders moeder, die maar liefst 3 keer getrouwd was. Een eerste keer scheidde ze in 1950 ongeveer, ze hertrouwde om enkele jaren nadien opnieuw te scheiden en uiteindelijk te hertrouwen met de man waar ze tot aan haar dood pakweg meer dan 40 jaar mee samen was. Mijn opa, papa’s papa, hertrouwde ook. Mijn vader, die nu 75 is, groeide dus toen al op met een stiefmoeder, stiefvader(s) en 4 halfbroers. Voor ons allemaal even liefdevolle opa’s en oma’s, los van bloedband.

Tijden zijn veranderd: ik heb ondertussen een heel groot gezin met 4 eigen kinderen, 2 pluskinderen en onze leuke peuter, het broertje van mijn jongens bij hun papa en plusmama, die ook deel uitmaken van ons mooie grote gezin. Mijn zus heeft ook een geweldig gezin met 2 kinderen én omdat liefde sterker is dan bloed, maken de door mijn zus gekozen en door mijn ouders én ons allen gekoesterde broer en zijn man hier ook deel van uit. Kortom: onze familiefeesten zijn nu al gro(o)t(s)er dan ik ooit gedacht had! Mijn eigen kinderen kennen familiefeesten met neven, nichten, ooms, tantes, oma's en opa's. Ze hadden grootouders op de grootouderdagen op school en groeien op met een mega-grote familie Belgen, zich vaak onbewust van de heel grote familie die ze nog in het buitenland hebben.

En tegen dat er kleinkinderen zijn, moeten ook wij allicht onze toevlucht gaan zoeken tot een parochiezaal om er iedereen in onder te brengen voor nog meer heerlijke familiefeesten.

En onze papa, die reist nog steeds en pendelt het ganse jaar door tussen Frankrijk, Hamburg en Kuringen J


Ter nagedachtenis van mijn laatste oma, papa zijn stiefmama, die op bijna 96-jarige leeftijd deze week overleden is en me zo grootouderloos achterlaat. 

Voor mijn kinderen, die hun roots in België hebben.