vrijdag 11 mei 2012

Gebroken mensen...

 


Het was me het weekje wel... Het begon vorige zaterdag, toen ik – niet vermoedend dat mijn humeur die dag nog zo zou kunnen omslaan – ’s ochtends vroeg, om stipt 9 uur door “den Aldi” kuierde, met als enigste doel me wat leuk zomerondergoed aan te schaffen. (Tja, ik kan er ook niks aan doen, maar die pushups van “den Aldi” houden hun belofte én doen dat met een leuke print voor een aantrekkelijke prijs van maar 5,99€ - ’t is maar dat u het weet – zodat ik er 2x/jaar in alle vroegte sta aan te schuiven om mijn maat er in 5-voud uit te vissen) Neen, ik was nog niet helemaal wakker (zaterdag, 9 u, zoals ik al zei), maar, bij een 2de blik tussen de andere ochtendwinkelaars was het wel degelijk “mijn onthaalmoeder” (t.t.z. de vrouw die mijn 1ste en 2de zoon vanaf hun 3de maand heeft bijgehouden gedurende de 5 dagen per week dat ik travakken was om brood op de plank te krijgen... of andere mooiere leukere schoenen aan mijn voeten, al naargelang waar die maand de prioriteit lag, gezien ik toen nog getrouwd was en het brood met z’n 2-en verdiend werd) die daar achter haar winkelkar door de rayons tsjokte. 

Ze is er ondertussen 54. Maar, nog steeds (of beter: sinds de laatste jaren opnieuw) is ze een ongelooflijk knappe verschijning. Hoe keek ik toch naar haar op, een jaar of 12 geleden: ze had 4 zonen, een huishouden en zorgde overdag voor een hele meute baby’s en peuters en toch was ze altijd netjes opgemaakt, voorzien van leuke besierading en is was ze gewoon een raaaaaaaaaazend knappe vrouw. Een jaar of 8-9 geleden staakte ze haar onthaalmoederactiviteiten, omdat ze depressief was, gezien de echtscheiding die haar boven het hoofd hing. 

In tussentijd heeft ze een hoop miserie gekend: gescheiden, zwaar depressief, opgenomen geweest en het ging maar verder bergaf. Toen ik haar enkele jaren geleden dan nog eens zag, ook in “den Aldi” (maar wel “in de kleine Aldi van Runkst”, die toen nog zusterlijk naast “de grote aldi” coëxisteerde, op nog geen kilometer van elkaar) was ze een hoopje ellende, amper 40 kilo en een dode blik in de ogen, klaar om in haar eigen graf te vallen als ze de kracht zou gehad hebben om er zelf een einde aan te maken. De vrouw die ik afgelopen zaterdag zag was bijna helemaal terug de oude: opgemaakt, terug levenslust in de ogen, een prachtvrouw van 54 jaar. Nadat ik haar spontaan rond de nek gevlogen ben (tja, what can I say... That’s me!) vroeg ik hoe het met haar ging en ze straalde toen ze me zei dat ze voor de 1ste keer oma zou worden dit jaar. 

Ervan uitgaande dat haar oudste zoon of haar 2de oudste zoon haar een kleinkind zouden schenken barstte ze in tranen uit toen ik vroeg wie de gelukkige vader was en vertelde me dat haar oudste zoon, op de leeftijd van 30, vorig jaar een einde gemaakt had aan zijn leven. De tranen schoten me in de ogen, omdat ik wist dat hij heel veel voor haar betekend had in tijden dat ze het zelf niet meer zag zitten en hij uiteindelijk, na een mislukte relatie van 5-6 jaar terug bij haar ingetrokken was. Ik nam haar in mijn armen en we huilden samen, in den Aldi, tussen de mayonnaise en de ketchup, terwijl ik op weg was naar het kattenvoer. Ze drukte me een afscheidsprentje van hem in mijn handen en samen aan de kassa praatten we nog verder en ook buiten stonden we nog enige tijd na te praten. (En, voor de zoveelste keer vroeg ik me af waarom er in godsnaam geen café naast den aldi is, waar je zulke momenten met een glas in gezelligheid kan verderzetten.)

De ontmoeting met haar heeft me enorm aangeslagen. Een gebroken vrouw die haar kleinkind nu als lichtpunt heeft.

Amper 48 uur later (maandagochtend, rond 07.15 u) werp ik een snelle blik op mijn mailbox alvorens me in werkparaatheid te brengen en zie ik een mail met als onderwerp “overlijdensbericht”. *slik* Mijn 3de zoon is de enige die een niet-familielid als peter heeft. Een trouwe goede vriend die een pracht van een peter is voor onze jongen. De man heeft een geweldige vrouw en 2 schatten van dochters. Zijn vrouw is er zo eentje die altijd vrolijk is, altijd lacht en het leven van de optimistische kant ziet. Een leuk koppel. Het overlijdensbericht was van haar papa, 64 jaar. Toen ik al mijn moed bij elkaar raapte en haar die ochtend belde om haar eventueel hulp aan te bieden (in deze kindvrije week had ik best wel wat inkopen kunnen doen of op hun kindjes letten of god-weet-wat) kreeg ik een gebroken vrouw aan de lijn, die met doffe stem snikte dat hij dood was, gestorven op de 3de verjaardag van haar jongste dochter... Compleet onverwacht. Achteraf vernam ik dat een longontsteking hem fataal geworden was die dag, terwijl hij eigenlijk nog volop gezond in het leven stond en niemand ook maar kon vermoeden dat hen dit te wachten stond. Gisterenavond in het funerarium had ik het dan ook moeilijk: alle vrolijkheid was weggezogen uit haar rooddoorlopen ogen en die van haar man. Vreselijk om mensen die ik graag heb zo te moeten zien lijden!

Diezelfde maandag op het werk was er een collega afwezig. Leuke meid van 26, die volop in de weer is voor de communie van haar dochtertje binnen 7 dagen. Toen ik op haar dienst navraag deed of ze erg ziek was, gezien er sprake van was dat ze de ganse week afwezig zou zijn, zei men me stilletjes dat haar broer van 30 overleden was, verdronken... in Thailand, waar hij woonde. Daar sta je dan, wederom sprakeloos. Toen ik die avond haar broer googlede kwam ik op een filmpje uit dat hij gemaakt had en dat ik een jaar of iets geleden al eens gedeeld had met vrienden omdat het zo knap was. En, op foto’s zag ik hem met de bewoners van het kraakpand hier op de hoek. Hij zag er een toffe gast, jong, zachtaardig, idealistisch, iets van een wereldverbeteraar in zijn ogen. Woensdag kwam ze dan even op het werk langs, gesteund door haar man, om even kort met de baas te praten over haar afwezigheid. Ik kon het niet laten en ging naar haar toe en gaf haar een dikke knuffel (tja, what can I say... That’s me!) en toen ze vertrok ging ik even mee, buiten een sigaretje roken en nog even met haar praten. Ze was compleet afwezig, in shock, de ogen een beetje mee gestorven met haar verdronken broer, die pas volgende week zou “thuiskomen”, zodat de week van de communie van haar dochter ook de week van het laatste afscheid zou worden. Hoeveel verdriet kan een mens verdragen?

Neen, hoor, we hebben het nog niet gehad! Een overlijdensbericht op de FB-pagina van een kameraad uit de Vlaanders trok mijn aandacht. Neen, de gast is geen goede vriend en op Facebook na zien we elkaar misschien 1-2x/jaar als er in Limburg “iets te doen is” en hij afkomt. Maar, hij is een lollige pee, een leuke kerel. Het overlijdensbericht bleek van zijn nichtje, 15 jaar jong. *slik* Je doet wat je op zo’n moment doet en wenst via het sociale netwerk veel sterkte. Wat kan je anders doen? Een dag later komt er een sms, met dank voor de steun via FB, dat het verdriet groot is en de tranen bijna op. Dan doe je wat je kan doen en belt! (Jaja, ooit deden mensen dat, voordat al die I-dinges en prikborden er waren) Een gebroken man... Zijn nichtje had diabetes en heeft ’s nachts een fatale hypo gekregen, lag ’s ochtend dood in haar bed. Man man man... Sprakeloos van zoveel onrechtvaardigheid word je dan. Gaat de dood dan écht zo willekeurig tekeer?

Op 4 dagen tijd heb ik de dood vanuit elke familiale hoek vanop de zijlijn aan het werk gezien: ik zag een gebroken moeder, een gebroken dochter, een gebroken zus en een gebroken oom. Zij moeten afscheid nemen of hebben al afscheid genomen van een zoon van 30, een vader van 64, een broer van 30 en een nichtje van 15. Je voelt hun pijn, maar bent ook dankbaar, omdat je je eigen grootouders nog niet zo lang kwijt bent en een leeftijd van tussen de 80 en 90 echt wel O.K. is om te vertrekken. En, je vraagt je ook af of je moeder gelijk had: is het omdat ik zoveel (teveel) mensen ken dat er elke week wel ergens iemand sterft. Of, is dat gewoon het leven en wen je er na enige tijd aan, hoe ouder je wordt, dat er steeds meer mensen richting Walhalla vertrekken? Ik weet het niet...

De dankbaarheid voor het leven dat ik heb en degenen die me na staan is in zulke weken groter dan anders... evenals het besef van de eindigheid en de concrete angst geliefden te moeten zien sterven. Want, hoe vaak kan je iemand breken vooraleer alle levenslust verdwijnt? Ook dat weet ik niet en hoop ik nooit te moeten ervaren...

Carpe diem, to all my beloved ones.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten